Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem is een meisje. Een meisje dat zelfverzekerd haar eigen weg gaat. Op haar eigen wijze. Maar Bloem, wat is dat dan, eigen weg? Meisje Bloem denkt na over eigen weg. Meisje Bloem zegt: ’Eigen weg is als je wilt slapen met je hoofd op de plek van je voeten.’ Meisje Bloem zegt: ‘Eigen weg is als je denkt: ik ben Bloem, zo wil ik het doen.’ (1. Meisje Bloem.) Meisje Bloem eist de volwaardige plek op die toekomt aan ieder mens. Een volwaardige plek uit zich in respect voor haar gegeven door ieder ander. Meisje Bloem is een meisje; Meisje Bloem is een vrouw. Dat Meisje Bloem kan rekenen op respect is geen gemeengoed omdat er mannen zijn die vrouwen toe-eigenen al waren ze een ding. Respectloos. En onze samenleving kijkt weg, blijkt uit wat ik hoor in het landelijk nieuws. Vrouwen die het slachtoffer werden van seksueel geweld kregen geen erkenning. De neiging om misbruik te verzwijgen, waarbij tegen vrouwen wordt gezegd er geen aandacht aan te schenken en dat hun ervaring iets is om je voor te schamen, functioneert in alle organisaties. Duidelijker gezegd: overal is seksueel misbruik en overal wordt seksueel misbruik onder het vloerkleed geveegd.
Ik lees een boek dat wél aandacht vraagt voor deze problematiek De kracht van vrouwen geschreven door Dr. Denis Mukwege (1). In het door oorlog verscheurde Congo behandelt deze onverschrokken voorvechter van vrouwenrechten slachtoffers van verkrachting. Corruptie, wreedheden en onverschilligheid houden de conflicten daar al decennialang in stand en verkrachting wordt ingezet als oorlogstactiek, net als nu ook in Oekraïne.
Continue Reading
Door Joris Leijten
Meisje Bloem speelt altijd alleen op haar zolder. Ze heeft wel haar pop “Vlinder” waar ze mee praat. We mogen middels het boek met haar belevenissen meekijken en meebeleven. Daar is ze zich bewust van.
Dan begint het te regenen. Te regenen! ‘Ik heb een paraplu’, zegt Meisje Bloem, ‘ons kan niks gebeuren. Wij gaan schuilen.’ Meisje Bloem en de pop zitten onder de paraplu. De pop is bang. Meisje Bloem zegt tegen de pop: ‘Er komt altijd weer zon.’ Meisje Bloem en de pop blijven geduldig schuilen tot de zon gaat schijnen. Maar Bloem, wat is dat dan, schuilen? Meisje Bloem denkt na over schuilen. Meisje Bloem zegt: ‘Schuilen is dat je je verbergt voor iets dat je bang maakt. Er kan dan niets meer gebeuren.’ Meisje Bloem zegt: ‘Maar als mijn vader bij mij is, hoef ik niet bang te zijn.’ (24 de paraplu). We laten als auteurs in het midden wie haar de vraag stelt die ze beantwoordt naar aanleiding van het voorwerp dat ze vindt. Is het haar eigen geweten, gedachten, of een alwetende verteller of toch een bezoeker die meekijkt? De “Maar Bloem, wat is dat dan” vraag is een uitnodiging om de stof te overdenken en er op te reflecteren.
Continue Reading