Bloemetje 137. “Vroeger was het beter"
Door: Joris Leijten.
Meisje Bloem vindt vroeger leuk. Ze weet veel over de oude voorwerpen die ze vindt op haar zolder. De fossielen, een oude pispot etc. Ze fantaseert daar graag over tot een verhaal. Wat ze niet snel zou zeggen is: “Vroeger was het beter”. Enerzijds omdat ze nog jong is; ze heeft nog weinig meegemaakt, ze weet niet echt hoe het vroeger was. Maar ook staat ze midden in de samenleving. Ze gaat naar school, heeft vriendinnen en mogelijk heeft ze ook toegang tot internet, en mobieltje. Ze gaat met haar tijd mee. Mogelijk zeggen haar moeder of haar oma wel dat het ‘Vroeger was het beter’. Omdat ze veel ouder zijn en mogelijk niet kunnen meekomen met de snelle vernieuwingen. Meisje Bloem kan wel meekomen ze leert snel en groeit mee.
“Meisje Bloem kijkt in de doos. Er zitten oude boeken in de doos. Ze denkt aan een oude bibliotheek, waar ze is geweest. Daar rook het naar stof. Meisje Bloem leest aan tafel en naast haar zit een oude man te lezen, ook van vroeger. Ze zegt: ‘Die man is wijs, omdat hij zoveel boeken leest.’ Meisje Bloem blaast het stof van de boeken. Meisje Bloem vindt boeken leuk. Maar deze boeken vindt zij niet leuk. ‘Er staan helemaal geen plaatjes in’, zegt ze, ‘hélemaaaaal geen plaatjes!’ Meisje Bloem zegt: ‘Dit zijn saaie boeken. Dit zijn boeken voor grote mensen.’
Maar Bloem, wat is dat dan, stof? Meisje Bloem denkt na over ‘stof’. Meisje Bloem zegt: ‘ Stof ’ is wat er overblijft van iets dat heeft bestaan. Een heel klein stukje van een oude kast. Of een heel klein stukje van een oude steen. Of een heel klein stukje van een oude plant, maar ook van oude mensen.’ Meisje Bloem zegt: ‘Het zweeft overal en komt langzaam op alles.’ " (33. 0ude boeken).
Er is “stof” over gebleven van alles wat er heeft bestaan. Ze zegt daarmee dat ‘’vroeger” stof is geworden. Stof kun je onderzoeken, stof kun je opnieuw gebruiken, stof kan een ‘grondstof’ zijn en het fundament worden van iets nieuws. Van ‘stof’ kun je letterlijk iets leren als je als je de stof onder een microscoop bekijkt. Voor Meisje Bloem is alles op haar zolder ‘leerstof’. Dat levert haar ‘gesprekstof’; ‘praatstof’ op. Ze gaat via haar boek in gesprek met de lezer. En hopelijk gaan de lezers in gesprek met elkaar. Dat beoog ik met de boeken die uitgeef. Meisje Bloem zoekt in dozen naar weetjes. Oude boeken hebben voor haar, blijkt uit het citaat, een ‘saai' imago. Kinderen “van tegenwoordig” zoeken feiten cooler. Op internet. Velen zullen bijvoorbeeld een traditioneel encyclopedisch boek met korte verhaaltjes per onderwerp niet meer herkennen: 'Wij Googelen wél op internet als we iets willen weten!' Bovendien kunnen internetpagina’s heel snel worden aangepast en aangevuld, daarmee blijft de stof actueel.
Kinderen van nu kunnen de boeken van vroeger letterlijk afstoffen en op ontdekkingsreis gaan. Boeken van vroeger nemen je mee in een wereld die anders was. “Anders”, maar ook beter? Het is voor mij en-en. Vroeger en nu. Boeken en internet.