Bloemetje 46 Valse hoop?
Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem vindt een trapje met drie treetjes. “Het is een trap naar de hemel”, zegt ze. Meisje Bloem zegt: ‘In de hemel zitten mensen die dood zijn gegaan. Buurman is doodgegaan, en het zusje van Borre van school.’ Meisje Bloem weet wat dood is. ‘Opa is dood’. ‘Die woont nu ook in de hemel’ zegt ze". (8. Het trapje) Meisje Bloem weet wat een hemel is. “De hemel is een huis voor dooie mensen. Het is een mooi huis en ze hebben het er goed en ze hebben nooit ruzie.’ Meisje Bloem zegt: ‘Mijn moeder zegt: “Ik weet niet of zo’n huis wel bestaat.” Maar ik vind het een goed idee, dan kan ik mijn opa tenminste ergens vinden.’ Het mooie is dat haar moeder niet weet of zo’n huis wel bestaat, maar zij verbiedt haar dochter die gedachte niet. Zij ontneemt haar dochter de hoop niet dat zo’n huis bestaat en dat haar opa daar nog woont. Er zijn zoveel dingen die akelig zijn, zoveel nare dingen die kinderen moeten incasseren. Dat kunnen ze als ze hoop houden.
Ik herinner me hoe ik in de Bloemetje 22 van mei 2020 schreef over hoop. In de krant die op een avond bij mij op de mat viel, stond een lezersvraag aan deskundigen over opvoeding. Zo vroeg een moeder: “Ik werk als milieudeskundige, en zie de rampscenario’s werkelijkheid worden. Bosbranden, overstromingen, er is een massa-extinctie (uitroeiing) van de soorten bezig. Ik maak me grote zorgen. Als we de klimaatdoelstellingen niet halen, gaan we het niet redden. Hoe betrek ik mijn kinderen in die zorgen?”¹ Eén van de twee deskundigen, een hoogleraar voor sociaalecologische duurzaamheid aan de universiteit van Wageningen Arjen Wals schreef: “Geef hoop.” Mooi vond ik dat. Mijn vraag was wel ‘hoe?’ Omdat de problematiek mij ook als droef voorkomt en ik weinig oplossing zie. “Blijf zoeken naar goede voorbeelden”, schreef hij in zijn antwoord, “De wolf is terug in Nederland, meer mensen hebben toegang tot onderwijs dan ooit, en er wordt tegenwoordig gezwommen in de Amstel. Dit alles inspireert, geeft moed en geeft hoop.”
We zijn een jaar verder. De corona maakte alles onveilig en de wereld ging op slot. We hopen dat na 28 april 2021 de terrassen weer opengaan en de dierentuinen, musea, de winkels en de scholen, maar de teleurstellingen zitten ingebakken. Als er teveel mensen op de intensive care liggen met corona gaan al die openingen niet door. Hoe kunnen we hoop houden? Auke-Jan Walburg emeritus hoogleraar positieve psychologie zegt in mijn krant van donderdag 15 april 2021 ², dat hoop, naast liefde en vriendschap, de mens mentaal gezond houdt. Maar dan moet het toekomst perspectief wel realistisch zijn, anders slaat de hoop om in moedeloosheid en zelfs wanhoop. Hij is tegen het wekken van valse hoop om die reden. Hij zegt dat het kabinet geen stappenplan moet presenteren waarvan behandelend artsen dezelfde avond zeggen dat het niet realistisch is. Een andere hoogleraar gezondheid psychologie en gedragsbeïnvloeding Arie Dijkstra zegt in dat zelfde artikel, dat het kabinet heeft gezegd, dat terrassen pas onder voorwaarde weer opengaan en dat het dus in die zin best realistisch is en de hoop terecht is. Beloften worden er immers niet gedaan. Maar dat mensen zulke voornemens wel opvatten als ‘het gaat door’ en dan volgt de teleurstelling als waarop men hoopte, niet door gaat. Nog een ander Dennis de Gruijter, docent stoïcijnse levensfilosofie meent dat hoop geen zin heeft en dat je die niet levend moet houden. Hij heeft het niet op hoop omdat het je geen stap verder helpt. Sterker nog hij vindt dat hoop een “luie emotie” is , die je ontslaat van elke plicht iets te doen. Niks hopen, niks verwachten van dingen waar je toch geen invloed op hebt, zoals of de terrassen wel of niet opengaan.
Meisje Bloem heeft een opa die is doodgegaan. Die dood is een feit en onomkeerbaar, maar toch houdt Meisje Bloem de hoop levend dat ergens nog haar opa is. En haar moeder laat dat gebeuren. Mooi vind ik dat. De moeder geeft wel haar mening. Ze zegt dat zij niet weet of zo’n huis wel bestaat. Maar ze dringt haar twijfel niet op. Meisje Bloem zelf bepaalt of zij haar hoop wil levend houden. Die ruimte krijgt ze van thuis. Zolang zij in haar hoop blijft geloven, is haar hoop geen valse hoop. Daarmee wil ik zeggen dat hoop een individuele keuze is. Als ik wil hopen dan is dat goed zolang ik daar zelf in geloof. Niemand mag mij mijn hoop afnemen.
1. Leclaire, Annemiek (2019) Opgevoed NRC/Handelsblad, donderdag 21 november 2019, een lezersvraag aan Arjen Wals, hoogleraar transformatief leren voor sociaalecologische duurzaamheid aan de Universiteit Wageningen.
2. Veen van, Evelien (2021) Hoe gaan we om met(valse)hoop De Volkskrant, donderdag 15 april 2021.