Bloemetje 144. “Verdriet is een ding met stekels”.
Door Clémence Leijten
Meisje Bloem vindt op zolder een trapje met drie treetjes. ‘Het is een trap naar de hemel’, zegt ze. Meisje Bloem zegt: ‘In de hemel zitten mensen die dood zijn gegaan. Buurman is doodgegaan, en het zusje van Borre van school.’ Meisje Bloem weet wat dood is. ‘Opa is dood.’ ‘Die woont nu ook in de hemel’, zegt ze. (8. Het trapje.) Meisje Bloem hield van haar opa. Ze is verdrietig. Ze mist hem. Ze denkt dat ze haar opa in de hemel kan vinden. Meisje Bloem stapt op het eerste treetje en dan op het tweede, dan op treetje drie. ‘Ik ga koffiedrinken bij mijn opa’, zegt ze. En in haar hand heeft ze een grote doos gebakjes. Dit weekend las ik een boek van de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter.
Hij schrijft over troost bij verlies van dierbaren. En het leuke is dat Meisje Bloem precies, doet, wat Dirk de Wachter zegt dat je zou moeten doen in geval van zo’n dood.
Hij zegt: “Verdriet is een ding met stekels. Als iemand een kind verliest doet dat pijn. Dat verwondt die mens tot bloedens toe. Daar is geen ontkomen aan.” Daarop zegt Dirk de Wachter: “Goede troost impliceert dat verdriet met stekels te behouden. Op een bepaalde manier het zelfs te koesteren. Dat verdriet moet je behouden, maar wikkel het in, omzwachtel het met verhalen en woorden, met schoonheid en nabijheid. Pak het zo in zodat je het onder je arm mee kunt dragen. Het is er dan nog, maar het steekt niet meer.’¹
“Om zwachtel het met verhalen”: Meisje Bloem zegt dat de hemel een huis voor dooie mensen is. Ze zegt “Het is een mooi huis en ze hebben het er goed en ze hebben nooit ruzie.’’ (8. Het trapje.) Daarmee beaamt ze ook “omzwachtel het met schoonheid.”; het huis is immers mooi. “Omzwachtel het met nabijheid.” Meisje Bloem gaat op weg naar haar overleden opa via het trapje met drie treetjes op haar zolder. “Pak het zo in dat je het onder je arm mee kan dragen” Die doos gebakjes die ze in haar handen heeft, is haar verdriet. De gebakjes zijn voor opa. Het zijn gebakjes die ze zelf lekker vindt. Door dat lekkers naar hem te brengen om samen koffie te drinken, brengt zij zich bij haar opa die in werkelijkheid er niet meer is.
Het verdriet mag zo groot zijn, zegt Dirk de Wachter dat je het “onder je arm mee kunt dragen”. Dat vind ik een hele mooie metafoor. Met andere woorden dat verdriet moet je niet torsen op je schouders, dat zou een ondragelijke last zijn.
Nee, dat verdriet moet je dragen onder je arm, zoals je een boek draagt dat je gehaald hebt uit de bibliotheek. Het boek is niet ondragelijk zwaar, maar je houdt het wel vast. Je moet wel zorgen dat het boek niet onder je arm vandaan schiet. Want dat pak verdriet hoort daar, en moet daar blijven. Je wilt die ander van wie je hield, altijd bij je hebben en dus moet je dat verdriet nooit vergeten. Dat verdriet bestaat omdat je de ander lief had. Maar het mag alleen niet meer zo verwonden.
Dat vind ik prachtig. Je hebt mensen die dat verdriet willen weg hebben, omdat het dan weg zou zijn en de pijn over. Maar daar geloof ik niet in.
Mijn kleinkinderen verloren niet lang geleden hun opa. Met kerst hebben we met zijn allen hier thuis gegeten. In de menukaart had ik een gedichtje opgenomen denkend aan opa, dat ik vond in de krant. Mijn oudste kleinzoon zei dat de dichter gelijk had.
Het gat is niet te dichten
Het zal er altijd zijn
En naast dat dat verdrietig is
Voelt het toch ergens ook wel fijn
Want jij blijft altijd bij ons
Je bent er hoe dan ook nooit niet
Alleen met jou zijn we compleet?
Er zit zoveel liefde in verdriet
Alleen met jou zijn we compleet
Jij bent er hoe dan ook nooit niet ².
Psychater Dick de Wachter schrijft dat je dat pak verdriet nooit mag weggooien. Dat werkt als een boemerang, zegt hij. “Ooit komt dat verdriet terug, in je gezicht en het zal je nog meer verwonden. Hoe sneller en harder je het wegsmijt, hoe harder het terugkomt.’’ Dat geldt niet voor het verdriet om opa van Meisje Bloem en niet voor het verdriet om opa van mijn kleinkinderen. Meisje Bloem en mijn kleinkinderen hebben de dood van opa opgepakt, niet als iets ondragelijks zwaars, maar als een pakketje onder hun arm. Het verdriet is er nog, maar het steekt niet meer.
- Dirk de Wachter ( 2022) Vertroostingen, Gewone woorden van Dirk de Wachter, uitgave Lannoo Campus, Leuven/ Amsterdam.
- Anne Marije Maris in de Volkskrant, 14 december 2024.