Bloemetje 115. Tegen de stroom in.
Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem is op zolder. Ze kijkt in de dozen: Er is niks’, zegt ze. Ben je verdrietig, Bloem? ‘Ja’, zegt Meisje Bloem, ‘ik heb niks om te spelen.’ De dozen die er staan heeft ze allemaal gezien. Is er nog een doos Bloem, is er nog iets waar je mee kunt spelen? Meisje Bloem schudt haar hoofd. ‘Ik heb alles gezien’, zegt ze. (52. Jouw zelf) Ik zou denken dat als er niets meer te zien is, ze naar beneden gaat op zoek naar ander speelgoed. Dat zou “iedereen” doen in zo’n situatie. Ze luistert echter naar een stemmetje in haar hoofd dat zegt: Als je niks hebt te spelen, Bloem, heb je toch nog om te spelen jouw zelf. Meisje Bloem kijkt in de verte, omdat ze denkt. ‘Dat is waar’, zegt ze, ‘je hebt altijd jouw zelf om te spelen.’ Ze strekt haar armen, ze buigt haar knieën, ze duwt haar voeten omhoog. Dan springt Meisje Bloem. Ze zweeft in de lucht. ‘Nu speel ik dat ik een vogel ben’, zegt ze, ‘die heet Bloem.’ Ze zegt: ‘Zo kan ik het doen!’ Meisje Bloem, en dat vind ik prachtig, kan anticyclisch denken. Dat is denken tegen de stroom in. Ieder ander was teleurgesteld naar beneden gegaan; Meisje Bloem niet. Zij buigt de situatie om in een totaal andere richting: tegengesteld: juist blijven en uitvinden wat de lege situatie toch biedt. Jammer dat ‘tegen de stroom in denken’ vaak gezien wordt als dwars, als niet aangepast gedrag. Terwijl anticyclisch denken voor mij een magnifieke eigenschap is, waarvan ik denk dat die eigenschap ons zou brengen naar een bétere wereld.
Ik geef twee voorbeelden van anticyclisch denken, die ik vond in de Volkskrant van woensdag 29 november 2023 en donderdag 30 november 2023.
Woensdag 29 november, een artikel in de krant over een groot internationaal onderzoek dat is verschenen waaruit blijkt dat Nederlandse jongeren minder weten over democratie dan leeftijdsgenoten in vergelijkbare landen.¹ Sinds 2006 zijn basisscholen en middelbare scholen verplicht om in de klas aandacht te besteden aan ‘actief burgerschap en sociale integratie’ wat er in het kort op neerkomt dat scholieren de democratische spelregels leren om vreedzaam met elkaar samen te leven. In Nederland besteden leraren relatief weinig aandacht aan visie op politieke en maatschappelijke onderwerpen, en aan het feit dat we met verschillende mensen samenleven en er plaats is voor iedereen, blijkt uit het onderzoek.² Ook het vertrouwen in de overheid blijft achter. In Nederland heeft 73% van de leerlingen dat, in Noorwegen 86% bijvoorbeeld. Het wordt de Nederlandse leerlingen aangerekend; zij zijn niet geïnteresseerd.
Maar dan komt aan het eind van het artikel Piet van der Ploeg aan het woord, en die meent dat het onderzoek voorbijgaat aan het feit dat het de overheid zelf valt aan te rekenen dat het vertrouwen zo laag is.³ Hij wijst op de toeslagenaffaire en de gascrisis in Groningen. En dan zegt hij iets, anticyclisch, waarvan ik ga juichen: “Minder vertrouwen kan in zulke omstandigheden juist als blijk van goed burgerschap en groot inzicht getuigen.”
Donderdag 30 november, een reportage over een bijeenkomst in Rotterdam tussen stemmers uit Progressieve kringen en PVV stemmers³. In Rotterdam werd de PVV met 21% van de stemmen het grootst. De organisatoren wilden wederzijds begrip stimuleren tussen PVV kiezers en burgers die zich zorgen maken over de verkiezingsuitslag. Zij vinden dat in Progressieve kringen wel over maar weinig met PVVers wordt gesproken. Vandaar een dialoog tussen de partijen. Citaat: “De debatavond verloopt gemoedelijk. Het warme licht en de intieme sfeer in de Arminius kerk dragen er aan bij. Dit neemt niet weg dat Wilders-critici hun frustratie af en toe zichtbaar moeten onderdrukken. [..] Het wordt allemaal op vriendelijke toon gezegd. Geen stemverheffingen, geen persoonlijke aanvallen, of interrupties.”
In de zaal zit een Duitse journalist van Der Spiegel die na afloop zegt dat zij de bijeenkomst “met verbijstering” heeft gadegeslagen. Dat zou volgens haar in Duitsland na een overwinning van het radicaal-rechtse Alternative für Deutschland (AFD)- een partij die op veel punten vergelijkbaar is met de PVV – ‘onmogelijk’ zijn geweest. Ze bedoelt het niet als compliment. Eerder als teken dat openlijke vreemdelingenhaat standpunten in Nederland betrekkelijk genormaliseerd zijn. Dat is door die journaliste anticyclisch gedacht. Iedereen in de zaal lijkt blij met de gemoedelijke sfeer; de journaliste van der Spiegel denkt tegen die stroom in en duidt die sfeer juist als gevaarlijk!
Ik koppel anticyclisch kunnen denken aan verhaaltje 52 van het prentenboek Meisje Bloem, maar ik zou het kunnen koppelen aan élk verhaaltje in het boek. Want Meisje Bloem denkt in alle verhaaltjes tegen de stroom in. In verhaaltje 1. Meisje Bloem wordt uitgelegd wie Meisje Bloem is: Meisje Bloem is lief. En Meisje Bloem is sterk. “Meisje Bloem is eigenwijs” zeggen sommige mensen.
En daarmee bedoelen zij dat Meisje Bloem haar eigen weg gaat. En dat is waar. Maar Bloem wat is dat dan eigen weg? Meisje Bloem denkt na over eigen weg. Meisje Bloem zegt: ‘Eigen weg is als je wilt slapen met je hoofd op de plek van je voeten.’ Meisje Bloem zegt: ‘Eigen weg is als je denkt: ik ben Bloem, zo wil ik het doen.’ (1. Meisje Bloem.) Alle mensen gebruiken de plek van hun kussen om hun hoofd op te leggen. Meisje Bloem legt haar hoofd te rusten op de plek van haar voeten. Dat kan ook. Meisje Bloem denkt anticyclisch. Het siert haar in mijn ogen.
Het boek Meisje Bloem nodigt ons uit anticyclisch te denken. Hoe belangrijk!
- Irene de Zwaan, Kennis van de democratie en vertrouwen in overheid relatief laag onder Nederlandse jongeren. de Volkskrant, woensdag 29 november 2023.
- International Civic and Citizenship Education Study (ICCS)
- Piet van der Ploeg is lector filosofie en pedagogiek aan de Academica University of Applied Sciences in Amsterdam.
- Abel Bormans, Debatavond Rotterdam: beleefd en gemoedelijk gaan critici in gesprek met Pvv- stemmers. de Volkskrant, donderdag 30 november 2023.