Bloemetje 142 : Hoe het goed kwam.

Door Clémence Leijten
Meisje Bloem vindt op zolder een grote doos met messen, lepels en vorken. Een van de vorken is verbogen. Haar ogen lachen om de vork die is kromgeboden. Ze zegt: ‘Dit is een krulvork. Met een krulvork eten krulmensen.’ Meisje Bloem doet een krulmens voor. Ze buigt voorover en legt haar handen op de grond. ‘Als je een krulmens bent’, zegt ze, ‘zie je alles op zijn kop.’ (3. De vork) Wat is een krulmens, Meisje Bloem? ‘Een krulmens kan denken met een bochtje. Mensen die kunnen denken met een bochtje vind ik bijzonder. Bijzonder is iets, dat je bijna niet kunt geloven, maar toch bestaat.’ Meisje Bloem zegt: ‘Ik ben een bijzonder meisje zeggen de mensen.’ Meisje Bloem is een krulmens, omdat ze niet denkt langs gebaande paden.

Continue Reading


Bloemetje 141. Terugkijken.

Door: Joris Leijten
Aan het eind van het jaar kijken we graag terug op het afgelopen jaar 2024 en vooruit naar  het komende jaar 2025. Ik heb het gevoel dat het afgelopen jaar om gevlogen is.
Als kind duurde een jaar eindeloos. Een jaar begint voor kinderen niet in januari maar in augustus en eindigt in juni, met de zomervakantie. Kinderen volgen de schooljaren. Als het goed is ga je na de zomervakantie over naar een nieuwe klas op school. Dit geldt ook voor Meisje Bloem. Maar ze heeft het nauwelijks over school.

Meisje Bloem kijkt in de verhalen nauwelijks terug op haar eigen leven. Op de zolder liggen wel veel oude dingen die ze vindt en waar ze een verhaal meemaakt, maar er liggen waarschijnlijk nog geen dingen van haarzelf van vroeger. Het kan ook zijn dat ze graag zoekt naar nieuwe voorwerpen die ze nog niet kent en waar ze over na kan denken.

Continue Reading


Bloemetje 140. Máár vier poten en een slurf.

Door Clémence Leijten.

Meisje Bloem kijkt op zolder in de spiegel die er staat. Wat zie je Bloem? ‘Ik zie een mooi meisje‘, zegt ze. Meisje Bloem kijkt haar zichzelf van achteren en van voren. ‘Leuk ben ik’, zegt ze. Meisje Bloem praat tegen Meisje Bloem in de spiegel. Ze zegt: ‘Jij bent een mooi meisje, Bloem, en je bent ook lief.’ Meisje Bloem denkt aan de buurman en tante Bet en de meester van de school die zeggen dat Meisje Bloem pas lief is als Meisje Bloem doet wat zij zeggen. Meisje Bloem zegt: ‘Ik ben ook lief als ik doe, wat ik zelf graag wil.’ (18. De spiegel) Meisje Bloem ontdekt dat ze kan kijken naar zichzelf. Meisje Bloem kijkt in de spiegel en ziet een leuk meisje. Maar Meisje Bloem: zoals de mens geschapen is, mag hij niet bestaan. Schaamhaar is uit den boze. Er worden correcties toegepast op het lichaam: schaamlippen worden “gefatsoeneerd” , borsten worden vergroot, lippen met botox verdikt. Daartoe besluiten vrouwen, maar in hoeverre is dit ingegeven door een eigen verlangen of gedicteerd door de heersende opvatting in de maatschappij, die nog altijd wordt bepaald door mannen?

Continue Reading


Bloemetje 139. Kinderlogica.

Door Joris Leijten
Veel onderwerpen zijn voor kinderen nog veel te moeilijk. Ouders en leerkrachten moeten veel begrippen en onderwerpen op een makkelijkere manier uitleggen. Of zelfs anders uitleggen. Dat zijn “kindergeheimen”. Die later op oudere leeftijd wel gecorrigeerd worden.
Een van die leuke “kindergeheimen” van ouders is het verhaal van Sinterklaas en zijn pieten in deze periode van het jaar. Vorige week is de goedheiligman met zijn hulpjes weer aangekomen met de stoomboot.

Meisje Bloem is erg slim ze weet al veel en vertelt in verschillende verhalen over haar kennis over historische fossielen, stadsmuren, maar ook over zware onderwerpen als groeien, borstvoeding en de dood, denkt ze na. Waar Meisje Bloem die kennis vandaan heeft weten we niet. Vanuit school of van haar ouders?  Er zijn voorbeelden van haar leuke kinderlogica te zien in haar verhalen.

Continue Reading