Bloemetje 111. de Muur
Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem vindt op zolder een doos blokken. Daarmee wil ze een stad bouwen. Meisje Bloem pakt een lang blok, en een klein blok, en nog een langblok, en een driehoek. Meisje Bloem zegt: ‘Ik maak een huis.’ Meisje Bloem maakt nog een huis, en nog een. En ze maakt een straat. En nog een straat met ook huizen. Bouw een muur om de stad heen, Bloem! Meisje Bloem schudt haar hoofd. Ze zegt: ‘Nee, ik wil geen muur om de stad.’ (51. De blokkendoos) Wat is dat dan een muur? Meisje Bloem weet wat ze zegt:: ‘Een muur om de stad houdt de mensen die buiten mijn stad wonen tegen. Je kunt niet met hen praten. Je kunt niks samen doen.’ Meisje Bloem zegt: ‘Ik ben Bloem, ik wil juist alles met alle mensen samen doen.’ Mijn gedachten gaan naar de muur in Gaza. Naar Israëliërs die niet met Palestijnen praten en die muur bouwden.
Een hopeloze situatie? Ik lees heel graag de boeken van de Zwitserse filosoof Allain de Botton. Nu lees ik het boek dat hij noemde Religie voor Atheïsten. Op de kaft staat: “Religie voor atheïsten zet de dogmatische kanten van religies overboord, waarna er enkele aspecten uit gefilterd worden die troostrijk kunnen zijn voor de sceptische hedendaagse mens.”¹ Allain de Botton pleit in dit boek voor een ‘’restaurant van de toekomst” waar mensen bij elkaar zijn en samen eten gelijk de rituele bijeenkomst in een kerk.
Met het feit dat bezoekers zich in dezelfde ruimte bevinden, zouden gasten -net als in een kerk- aangeven dat ze zich openstellen voor een geest van vriendschap en gemeenschappelijkheid. Hij schrijft: “Zo’n restaurant zou worden gekenmerkt door een open deur, een bescheiden entreegeld en een aantrekkelijke inrichting. Bij de tafelschikking zouden de groepen en rassen waarin we ons zelf doorgaans opdelen uiteen worden gehaald: gezinsleden en partners zouden apart kunnen worden gezet en vreemden de voorkeur krijgen boven familie. Iedereen zou mogen worden benaderd en aangesproken, zonder angst voor afwijzing of verwijten [..] Met een groep vreemden aan tafel gaan heeft het vreemde, ongekende voordeel dat het een beetje moeilijker wordt ze ongestraft te haten.” Einde citaat. Door het ‘Kun je mij die schaal aangeven?’, ‘Kun je me de zout aan reiken’, het gelijktijdig ontvouwen van de servetten, het ‘smakelijk eten wensen’, het praten met elkaar kunnen we niet volhouden dat de buitenstaanders verdienen om naar huis gestuurd te worden of te worden aangevallen. In de nieuwsprogramma’s over Gaza zie ik dat Palestijnen en Israëli’s elkaar niet kennen, dat ze elkaar nooit hebben gesproken en dat ze elkaar haten. Dat ze niks samen doen; dat de Israëli’s een muur hebben gebouwd om de Palestijnen.
Meisje Bloem wil geen muur omdat ze juist alles met mensen sámen wil doen. En ik? Om te beginnen wil ik de muur afbreken. Dan wil ik zo’n “restaurant van de toekomst” proberen.
- Allain de Botton (2011) Religie voor atheïsten, uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam, Antwerpen.