Bloemetje 59. Een feest.
Door Clémence Leijten
Meisje Bloem is jarig. Hoe kan je zien dat ze jarig is? Meisje Bloem zegt: ‘We moeten nog versieren. Meisje Bloem pakt de doos met slingers. Ze maakt de slingers vast aan de zolder en ze steekt een papieren bloem in haar haar. Nu nog een taart, Bloem. ‘Ja’ zegt Meisje Bloem, ‘en een cadeautje.’ Het is feest. Wat is kenmerkend aan een feest eigenlijk? Ik ga in de leer bij Meisje Bloem. Meisje Bloem zegt: ‘Feest is als er heel veel slingers hangen, als je heel veel cadeautjes krijgt, als je mag kiezen wat je wilt eten, als je laat naar bed mag, als je heel hard mag piepen op een fluitje.’ Meisje Bloem zegt: ‘Feest is als iedereen blij kijkt.’ (36. De roltong). Door haar woorden herinner ik me dat een feest een aantal bouwstenen heeft. ¹ Feest is meer dan het bij elkaar zetten van een aantal leuke activiteiten. Met leuke activiteiten kun je wel een gezellige dag organiseren, maar je hebt nog geen feest. Een goed feest bestaat uit een aantal bouwstenen die met elkaar verbonden zijn en elkaar ondersteunen; versterken, weet ik. Mensen worden blij van feesten. Als je blij bent kun je beter tegen nare dingen die gebeuren. Daarom is feestvieren zo belangrijk.
In ieder feest maken we op een bepaald moment duidelijk waarom we feestvieren: het verhaal achter het feest wordt verteld, als iemand jarig is, herdenken wij het feit dat hij eens op die dag, is geboren.Aan de versiering van de ruimte en van de mensen die bij het feest horen, kunnen we niet alleen zien dat er feest gevierd wordt, maar ook met welk feest we te maken hebben: bij een verjaardag hangen er vlaggetjes, er staat een versierde stoel waarop de jarige zit en er is een papieren kroon en iedereen draagt z’n mooiste kleren. Ieder feest kent zijn eigen traktatie, er is taart, een taart met kaarsjes en soms kent het feest zijn eigen feestmaal: we eten pannenkoeken omdat de jarige mocht kiezen wat we zouden eten en hij ’het lekkerste van de wereld’ heeft uitgekozen. Soms hoort geven bij het feest of iets krijgen, bij een verjaardag geeft de jarige de anderen iets lekkers en op zijn beurt geven de anderen hem een zoen, of een hand, of een bloem, een tekening, een wens, of een cadeautje. In muziek kun je het feest horen en in dans kun je je blijheid uiten: we zingen lang zal ze leven in de gloria en roepen hoera en steken onze armen in de lucht, zo blij zijn we en we dansen in een lange rij de polonaise.
Meneer Boek uit het prentenboek van uitgeverij Joleijt ² zoekt naar de traditie van feesten in boeken. In zijn verhaal over verjaardag ontdekt hij dat het uitblazen van brandende kaarsjes op de taart het afschrikken van kwade geesten betekent. Dat was nodig, want er lagen altijd kwade geesten op de loer, die het geluk van de jarige wilde afpakken. De jarige moest een wens doen en dan de kaarsjes heel hard uitblazen. Dan blies hij al die slechte geesten de deur uit naar de goeie geesten die buiten stonden te wachten. De wens ging met het blazen mee naar buiten naar de goeie geesten, die de wens vervulden.
Bovenal moet je in een feest kunnen beleven, dat het leven waard is om geleefd te worden, dat doe je door al dit moois en heerlijks te overdrijven. Héél veel taart, héél veel cadeautjes als je jarig bent. Overdaad hoort bij feest. En tot slot: de bouwsteen vóór -en napret hoort bij een feest. Mijn kinderen waren vroeger erg gespannen voor hun verjaardag. Daarom hebben wij ouders het begrip “vóór-cadeautje” ingevoerd. Een week voor de verjaardag kregen ze al een klein cadeautje om mee te spelen om de spanning er een beetje af te halen. Het is een bijzondere traditie geworden in onze familie. Ik merk dat mijn kleinkinderen ook een vóór-cadeautje krijgen, waarmee de traditie voortleeft.
Voor een kind is het vieren van zijn verjaardag het hoogtepunt van het jaar. Hoe anders kan dat zijn voor een volwassene. Jarig zijn, het weer een jaar ouder: als je leuk leeft, vind je dat fijn; als je niet leuk leeft, is dat een steeds terugkerende pijnlijke confrontatie met vergankelijkheid, met problemen. Meisje Bloem vindt gelukkig het leven leuk. Daarom is ze in het verhaaltje blij dat er weer een jaar is aangeplakt aan haar leven. Daarom die slingers aan de zolder, daarom die papieren bloem in haar haar. Daarom dat ongegeneerd lawaai maken. In de doos met de feestpulletjes ligt een roltong. Meisje Bloem zegt: ’Leuk, een roltong, die heb ik altijd al willen hebben.’ Ze stopt de roltong in haar mond en blaast een hele lange tong met een hele lange pieeeeeeep… ‘Nu is het echt feest’, zegt ze. (36. De roltong). Lieve Bloem, van harte gefeliciteerd!
1. Leijten, C & Leijten, J. (2018) Het verhaal van Meneer Boek, lesboek met aanknopingspunten bij het prentenboek Meneer Boek, Joleijt educatieve producten, Nijmegen.
2. Leijten, C & Leijten, J. (2018) Meneer Boek Joleijt educatieve producten, Nijmegen. (www.meneerboek.nl)