Bloemetje 76. De Bibelebonse berg

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem vindt een doos met een hele grote lepel.‘Dit is de lepel van de Bibelebonse berg’, zegt ze deftig. Meisje Bloem kent het rijmpje van haar oma. Ze zegt: ‘Op de Bibelebonse berg wonen Bibelebonse mensen en die Bibelebonse mensen hebben Bibelebonse kinderen en de Bibelebonse kinderen eten Bibelebonse pap met een Bibelebonse lepel uit een Bibelebonse nap. (12. De lepel) Ik ken dat rijmpje ook. Het was de bedoeling dat je dat versje heel snel zei en zou struikelen over dat moeilijke woord “Bibelebons”. Meisje Bloem zegt: ‘Ik weet dat een nap een kom is. Maar waar kan ik de Bibelebonse berg vinden?’ Meisje Bloem pakt een trapje en kijkt naar buiten. Ze ziet alleen maar daken en geen bergen. ’Hier zijn geen bergen’, zegt ze, ‘de Bibelebonse berg is in een ver land.’ Meisje Bloem zou graag in dat land willen wonen. Waarom zou Meisje Bloem daar willen wonen? Meisje Bloem zegt: ‘De Bibelebonse berg is een berg waar álle mensen eten hebben. De mensen eten de hele dag pap en zoveel als ze willen. Lekkere pap met wel honderd scheppen suiker er in.’ Meisje Bloem zegt: ‘Het is er nooit naar, het is er altijd leuk.’  (12. De lepel) Een soort luilekkerland dus.

Ik dacht dat de Bibelebonse berg, Luilekkerland, berustte op een kinderversje, net als Holle Bolle Gijs die kon schrokken grote brokken maar nog altijd honger had. Tot ik deze week het boek las van de Italiaanse schrijver Umberto Eco over denkbeeldige landen en plaatsen. Daarin blijkt dat Luilekkerland een heel oud verhaal is voor grote mensen. En dat dat verhaal teruggaat op een al hele oude behoefte, namelijk de behoefte van de omgekeerde wereld. Een wereld van gelukzaligen die helemaal van goud is en waar aan de korenaren geen graankorrels, maar broden groeien. Een wereld die geen ziekte kent en de mensen zich voeden met honing. Umberto Eco schrijft dat mensen eeuwenlang op zoek zijn geweest naar die wereld en zich net als Meisje Bloem hebben afgevraagd waar je die wereld zou kunnen vinden..       

Over de vraag waar Luilekkerland ligt, lopen de meningen uiteen. Iemand zegt dat het een land is waar de wijnranken worden opgebonden met saucijzen en dat dat land zich in Baskenland bevindt. Ergens anders staat dat je om Luilekkerland te bereiken achtentwintig maanden over zee en drie over land moet reizen. In een Engels gedichtje wordt gezegd dat Luilekkerland midden in de zee ligt, ten westen van Spanje en dat het er beter toeven is dan in het aardse paradijs van Adam en Eva waar niets anders te eten was dan fruit en niet anders te drinken was dan water. Luilekkerland is gelegen in de Zee van het Kooknat, gehuld in witte mist die op zachte ricotta leek. Door de rivieren stroomt melk, uit de fonteinen komt muskaat wijn en honingdrank. De bergen zijn van kaas en de dalen van mascarpone. Aan de vruchtbomen hangen schapenkazen en worsten. Als het er stormt, hagelt het bruidsuikers; als het regent komen er sauzen naar beneden.(2)

Mensen vertelden elkaar het verhaal van Luilekkerland om ergens, waar dan ook, te kunnen ontsnappen aan de aardse misère. Het verhaal ontstond dan ook niet bij de rijken, maar bij eeuwenlang hongerende arme mensen.

De vrijheid die men in Luilekkerland geniet is zo groot dat alles, net als bij Carnaval, zonder problemen kan worden omgekeerd. Een boer bijvoorbeeld kon een bisschop de les lezen; een vis die op een visser vist. Een kattenmand die wordt belegerd door muizen, hazen die de jager schieten in plaats van andersom. “Ik zag een omgekeerde wereld waarin de machtigen laaggeplaatst waren en de nederigen hooggeplaatst” staat ergens in een Joods geschrift over Luilekkerland. (3) Een omgekeerde wereld, wie zou daar niet willen wonen? Ik wel. In een land zonder stikstof met alleen frisse lucht, kinderen die als ze het moeilijk hebben, meteen worden geholpen; mensen niet weten wat oorlog is. Zeg mij waar zo’n land is, dan ga ik er wonen. “Het is er nooit naar, het is er altijd leuk” (Meisje Bloem).

Een leukere wereld! Meisje Bloem is op zoek naar een leukere wereld die zij denkt te vinden op de Bibelebonse berg, Luilekkerland. Ergens in Baskenland weten mensen al eeuwen, op acht en twintig maanden reizen over zee en nog drie over land dat daar Luilekkerland ligt, maar het land is ver weg en nooit bereikbaar. . Tegen haar zou ik willen zeggen: je kunt een leukere wereld, een Bibelebonse berg, zélf maken met jouw eigen kracht. Met aardig zijn. Samen met mensen van wie je houdt. En zo mogelijk eigen kinderen, die je kunt voeden met een Bibelebonse lepel uit een nap met Bibelebonse pap. Zoveel pap als ze lusten en mét suiker. Als je wilt.                                                                                                                             

  1. Umberto Eco (2013) De geschiedenis van imaginaire landen en plaatsen uitgave Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam.
  2. Francesco Fulvio Frugoni (1687) Hond van Diogenes.
  3. Babylonische Talmoed, Baba Batra.