Bloemetje 95. Vergroten.

Door: Joris Leijten
Soms krijg ik kritiek dat Meisje Bloem een uitvergroting is van de werkelijkheid. Meisje Bloem kijkt te wijs naar de wereld. Niemand heeft zo'n zolder met spulletjes om van te leren.

In één verhaal ziet Meisje Bloem de wereld letterlijk groter. Ze kijkt door een verrekijker op een driepoot op de zolder   Meisje Bloem zegt: ‘Ik zie alles veel groter.’ Meisje Bloem zegt: ‘Ik zie een hele grote spin. De spin kijkt kwaad.’ Meisje Bloem rilt. ‘Dat is een hele kwaaie spin’, zegt ze, ‘die eet mensen.’ Meisje Bloem denkt: ik moet een vriend van hem maken anders ben ik verloren. ‘Oehoe, spin’, roept ze, ‘ik ben Bloem, ik ben aardig. ’De spin blijft kwaad kijken, ziet Meisje Bloem. Ze zegt:
‘De spin is vast doof.’
(29. Verrekijker) Ze kijkt in de verhaaltjes naar de details die normaal niemand ziet. In dit verhaal naar de contouren van een spin die door de verrekijker groter lijkt. Ze trekt daar, net als bij de andere voorwerpen, een conclusie uit met een vraag waar ze over nadenkt. Ze schrikt niet van de grote spin in de lens maar wil graag met dit ‘grote monster’ in gesprek maar deze reageert niet en dus concludeert ze dat de spin doof is, haar niet hoort.


Vorige week heb ik het indrukwekkende interview gezien van Eus Akyol met schrijver Arthur Japin in het programma De geknipte gast.¹ Arthur was hier heel openhartig over zijn angsten in zijn jeugd. Hij zocht zijn veilige wereld op de zolder van zijn grote ouderlijk huis. “Hoe hield je overeind? Met je mentale veerkracht?” vraagt Eus. “Door mij terug te trekken in mijn eigen werelden in mijn alternatieve wereld. We woonden in een krankzinnig huis met en een enorme zolder dat was mijn domein. Er waren verkleedkisten, er was een poppenkast , er was een altaartje om priestertje te spelen en dat was de veilige wereld en daar kon ik de dingen bedenken. En ik kon filmscènes naspelen, liedjes bedenken, poppenkast spelen, echt gewoon. En daar ben ik goed in geworden om die alternatieve werkelijkheid even veel waarde te geven, misschien wel méér als de echte werkelijkheid.
Net als Meisje Bloem had schrijver Arthur Japin ook een grote zolder waar hij zich terug trok om te fantaseren en na te denken over de spullen die er stonden en had hij een groeiend zelfvertrouwen. Voor Arthur was het een vorm van overleven. Een herinnering waar hij nog steeds tegenaan loopt zoals hij in het interview zei. Misschien wordt Meisje Bloem later met deze ervaring ook wél een beroemde schrijver.

Met dit Bloemetje ‘Vergroten’ en het citaat uit verhaaltje 29. Verrekijker hebben Clémence Leijten en ik alle 52 verhaaltjes uit het prentenboek Meisje Bloem één of meer keer geciteerd. In het Bloemetjes 1- 95 boekwerk, te koop in de webshop (on demand), zitten alle Bloemetjes met toepasselijke tekeningen achterelkaar. In het boekwerk houd ik een index bij welke citaten in welk Bloemetje geciteerd worden. We vinden het heel leuk dat alle Bloemetjes tussen de 200 tot 400 keer gelezen worden en sommige veel meer, door de online bezoekers van Meisje Bloem. We krijgen af en toe leuke reacties op de Bloemetjes.

  1. “De gekipte Gast’ NPO1 Aflevering 4 (2023), 10 maart 2023  Arthur Japin   

Een oproep aan u!:
We nodigen u uit een keertje schrijver te worden. Dat zou het 100e Bloemetje eind mei kunnen zijn.

Een cadeautje van u aan ons jubileum. 

Neem contact met mij op als u dit 100e Bloemetje voor uw rekening wilt nemen. U krijgt alle vrijheid, mag alle citaten gebruiken, tekeningen etc. We zijn heel benieuwd welk onderwerp of verhaaltje(s) van Meisje Bloem u inspireert tot column uw 'Bloemetje 100'. 
We kijken uit naar uw schrijfkunst.