Bloemetje 2. Een spiegel
Door Clémence Leijten
Meisje Bloem kijkt in een spiegel. Wat zie je Bloem? ‘Ik zie een mooi meisje’, zegt ze. Meisje Bloem kijkt naar zichzelf van achteren en van voren. ‘Leuk ben ik’, zegt ze. Meisje Bloem praat tegen Meisje Bloem in de spiegel. Ze zegt: ‘Jij bent een mooi meisje, Bloem, en je bent ook lief’ (18. De spiegel). Meisje Bloem ontdekt dat ze kán kijken naar zichzelf. Ze ziet een leuk meisje maar ze beseft ook dat anderen haar niet zomaar lief vinden. Meisje Bloem denkt aan de buurman en tante Bet en de meester van school die zeggen dat Meisje Bloem pas lief is als Meisje Bloem doet wat zij zeggen. Meisje Bloem zegt: ‘Ik ben ook lief als ik doe, wat ik zelf graag wil (18. De spiegel).’ Meisje Bloem bevestigt daarmee zichzelf.
Niet alleen kan ik worden bevestigd door een ander, ik kan wat ik denk en voel ook vanuit mijzelf bevestigen. Meisje Bloem doet dat! De sleutel is dat ik namelijk kan denken: dat heb ik goed gedaan en dat ik kan voelen net als Meisje Bloem: ik ben lief. Ook als anderen die mening niet zijn toegedaan. Toegegeven dit is makkelijker wanneer ik ben opgegroeid in een omgeving waarin ik liefde heb ontvangen of schouderklopjes kreeg. Toegegeven ook: mezelf erkenning geven wordt in onze samenleving minder belangrijk gevonden dan erkenning krijgen van anderen, anders gezegd een complimentje van de ander wordt hoger gewaardeerd dan een complimentje dat ik aan mezelf maak, weet ik uit eigen ervaring. “Eigen roem stinkt”, zei mijn leraar altijd. Dit is cultureel bepaald, in Nederland vinden we dat iedereen bescheiden hoort te zijn en dat ideaal koesteren we. Het is vrij ongebruikelijk onszelf spontaan complimenten te geven, of uit te spreken dat ik van mezelf houd. Op zijn minst wordt het niet chique gevonden, soms wordt het zelfs beoordeeld als een vorm van narcisme. Ik vind dat heel jammer. Het zou mooi zijn om voluit van mezelf te kunnen houden. Zolang ik mezelf af en toe op de schop neem, hoef ik niet bang te zijn te veranderen in een onuitstaanbare snoever. Makkelijker gezegd dan gedaan met al die tegenstand. Meisje Bloem wijst de weg. Als anderen mij pas lief vinden als ik doe wat zij zeggen, zeg ik gewoon tegen mezelf net als Meisje Bloem: “Ik ben ook lief als ik doe, wat ik zelf graag wil.” Dat vind ik sterk van haar. Meisje Bloem denkt dat niet alleen; ze voelt dat ook. Het is haar overtuiging: een sterk gevoel dat dat waar is. Daarom durft Meisje Bloem haar eigen weg te gaan. Maar Bloem wat is dat dan, eigen weg? Meisje Bloem denkt na over eigen weg. Meisje Bloem zegt: ‘Eigen weg is als je wilt slapen met je hoofd op de plek van je voeten.’ Meisje Bloem zegt: ‘Eigen weg is als je denkt: ik ben Bloem, zo wil ik het doen(1. Meisje Bloem).’
(29-8-2019)