Bloemetje 66 Zintuigen.

Door Joris Leijten
In het prentenboek Meisje Bloem zie je de mooie kwaliteit van de tekeningen van Clémence Leijten en misschien hoor je de leuke verhalen als je het boek voorleest aan anderen of voorgelezen wordt, of hardop voorleest aan jezelf. Ook voel je de kwaliteit met het glimmende papier en karton van de pagina’s en de kaft.

Meisje Bloem gebruikt haar zintuigen ook in de verhalen. Ze kijkt goed naar alle voorwerpen die ze vindt. De meeste voorwerpen voelt ze en gebruikt ze letterlijk in haar spel. Ze heeft een goed voorstellingsvermogen om iets te bedenken wat ze met het voorwerp kan doen en speelt het uit.

Ze gebruikt alle zintuigen diep zoals ze gebruikt moeten worden en daarmee leert en nodigt ze de lezers uit ook hun zintuigen te gebruiken. In elk verhaaltje zit er wel een zintuigelijke ervaring verscholen. Ruiken met de neus is onze wereld een onderschat zintuig. In verschillende verhaaltjes van Meisje Bloem zit wél iets dat ruikt. Dat hebben wij als auteurs bewust ingebracht.

Continue Reading


Bloemetje 65. De kerststal

Door Clémence Leijten.
Het is diep in januari. Ik ruim de kerstspullen op. Ik breng ze naar zolder. Meisje Bloem vond op zolder een doos met een kerststal. Er is een Jozef en een Maria, en een kindje in een kribbe, Bloem. “Ze horen bij de stal’, zegt Meisje Bloem. ‘Een stal is eigenlijk voor dieren, maar omdat er geen plek was in het hotel, moesten Jozef en Maria in de stal slapen. Daar werd hun kindje geboren.’ Meisje Bloem bekijkt de poppetjes stuk voor stuk, ze praat met ze. Meisje Bloem pakt de herders en ze zegt dat ze moeten gaan kijken. Dat zegt ze ook tegen de drie koningen uit de doos. Ze zegt: ‘En jullie moeten wel een cadeautje meenemen.’ Meisje Bloem gaat zitten naast de stal en ze wacht op de koningen. ‘Misschien krijg je wel een ballon’, zegt ze tegen het kindje, een mooie, rooie prachtige ballon, aan een touwtje.’(9. De kerststal) In ons huis stond weer de kerststal, zoals ieder jaar. Het is de kerststal waarmee mijn man als jongetje speelde. Hij maakte er bergen bij en grotten en regisseerde de gang van zaken: de koningen mochten pas op 6 januari op het toneel. Het kindje lag pas 25 december in de kribbe.

Continue Reading


Bloemetje 64. Ontdekken

Door Joris Leijten
De begrippen ‘ontdekken’ en ‘leren’ liggen heel dicht bij elkaar. Volgens het woordenboek is ontdekken:
1. vinden, te weten komen dat iets bestaat: 2. gewaarworden: ontdekken dat je iets hebt vergeten en leren 1. onderwijs geven, onderwijzen, 2. vaardigheid in iets krijgen 3. in het geheugen opnemen; 4. zich kennis of vaardigheid proberen eigen te maken, studeren., (Bron Van Dale). Meisje Bloem “ontdekt” in elke nieuwe doos een verhaaltje over een nieuw voorwerp en ontdekt met haar fantasie en geheugen wat ze met het voorwerp kan spelen. Tijdens het spel en het zich afvragen wat er bedoeld wordt met een “moeilijk” woord - het thema- van het verhaaltje - “leert” ze zichzelf een oplossing en een nieuwe kant van het onderwerp aan door de situatie in de praktijk uit te spelen. Die ervaring neemt ze weer mee naar de toekomst.

Continue Reading


Bloemetje 63. De kracht van fantasie.

Door: Clémence Leijten,
In de hoek van de zolder staat een groot bad. Meisje Bloem denkt, dat het een boot is. Meisje Bloem verzint dat. ‘Ik maak van de bezem een mast en van mijn T shirt een zeil’, zegt Meisje je Bloem.
Meisje Bloem staat in het bad met de bezem en het zeil. Het begint te waaien en het zeil beweegt, denkt ze. Het stormt. ’De golven slaan over de boot’, schreeuwt ze, ‘de boot loopt vol water. We gaan zinken.’ (120. Het bad). Denken dat een bad een boot is, dat kunnen kinderen nog; dat verleren mensen als ze volwassen worden. Grote mensen zien alleen dat het ding dat in de hoek staat van de zolder een bad is, een bad op pootjes. Dat komt omdat volwassen mensen zich eigenlijk altijd aan de feiten houden.