Bloemetje 64. Ontdekken

Door Joris Leijten
De begrippen ‘ontdekken’ en ‘leren’ liggen heel dicht bij elkaar. Volgens het woordenboek is ontdekken:
1. vinden, te weten komen dat iets bestaat: 2. gewaarworden: ontdekken dat je iets hebt vergeten en leren 1. onderwijs geven, onderwijzen, 2. vaardigheid in iets krijgen 3. in het geheugen opnemen; 4. zich kennis of vaardigheid proberen eigen te maken, studeren., (Bron Van Dale). Meisje Bloem “ontdekt” in elke nieuwe doos een verhaaltje over een nieuw voorwerp en ontdekt met haar fantasie en geheugen wat ze met het voorwerp kan spelen. Tijdens het spel en het zich afvragen wat er bedoeld wordt met een “moeilijk” woord - het thema- van het verhaaltje - “leert” ze zichzelf een oplossing en een nieuwe kant van het onderwerp aan door de situatie in de praktijk uit te spelen. Die ervaring neemt ze weer mee naar de toekomst.

Het ontdekken is een steeds terugkerend cirkelpatroon in het prentenboek. Meisje Bloem is gemotiveerd om steeds weer veilig, gezellig en leuk naar haar zolder te trekken en weer een doos te bekijken en zich af te vragen wat ze er mee kan en dat tot zich door te laten dringen en hierover een oordeel te hebben. Als het goed is, leidt haar antwoord tot een volgende vraag en gaat het spel weer verder en leert ze er meer van. Dat laatste weten we niet uit het prentenboek maar ik, uitgever van het prentenboek, denk dat Meisje Bloem het bewust en onbewust ontdekt en leert. Er zitten kleine vorderingen in het Prentenboek in haar leerervaring. In het begin heeft ze bijvoorbeeld nog geen vriendje, later vindt ze een pop. Ze noemt hem ”vlinder”, net als bloemen aangetrokken worden door vlinders. Meisje Bloem gebruikt de pop als haar vriend die meespeelt.

In het laatste verhaaltje in het prentenboek is Meisje Bloem verdrietig omdat ze niks heeft te ontdekken en te leren en toch leidt die ervaring naar een ontdekking en iets waar ze van leert. "Meisje Bloem is op de zolder. Meisje Bloem staat er maar. Ze kijkt in de dozen. ‘Er is niks’, zegt ze. Ben je verdrietig, Bloem? ’Ja’, zegt Meisje Bloem, ’ik heb niks om te spelen.’ De dozen die er staan heeft ze allemaal gezien. Is er nog een doos Bloem, is er nog iets waar je mee kunt spelen? Meisje Bloem schudt haar hoofd. ‘Ik heb alles gezien’, zegt ze. Als je niks hebt te spelen, Bloem, heb je toch nog om te spelen jouw zelf.... ‘Dat is waar’, zegt ze, ‘je hebt altijd jouw zelf om te spelen.’ Ze strekt haar armen, ze buigt haar knieën, ze duwt haar voeten omhoog. Dan springt Meisje Bloem. Ze zweeft in de lucht. ‘Nu speel ik dat ik een vogel ben’, zegt ze, ‘die heet Bloem.’ Ze zegt: ‘Zo, kan ik het doen!’ (52. Jouw zelf)

Als uitgever van kinderboeken vind ik het ontdekken en leren van nieuwe dingen speels moet worden gebracht. Zodat het ontdekken en leren speels en spontaan kan plaatsvinden Maar weinigen vinden het droog stampen van woordjes en feitjes leuk. Als de weetjes verpakt worden in een spel, verhaal of een aan den lijve ondervinden zit er een motivatie in om door te gaan.
Hopelijk inspireert en motiveert Meisje Bloem met haar zoektocht jonge lezers om te ontdekken en te leren.