Bloemetje 116. Bewaard!
Door Joris Leijten
Ik kreeg een vraag of ik een bijdrage wilde leveren aan een tijdscapsule in Nijmegen, ter gelegenheid van het 80 jarige herdenking van “het Bombardement van Nijmegen” van 22 februari 1944. Bij dit Bombardement werden 800 mensen plots gedood en de binnenstad van Nijmegen verwoest. De laatste jaren is er weer veel aandacht voor de herdenking van dit bombardement, omdat men vroeger dacht, dat het een vergissingsbombardement van de Engelse bevrijder was en verzwegen moest worden. Maar meer en meer is duidelijk dat het geen vergissingsbombardement was, maar een aanval van de geallieerden. Een grote tragedie. Initiatiefnemer en journalist Rob Jaspers wil dit feit onder de aandacht houden en gaat in een nieuwe woontoren op Plein ‘44 een tijdscapsule inmetselen met teksten van huidige Nijmegenaren over de vredesgedachten in de stad. Pas over 45 jaar mag de tijdscapsule geopend worden. Leerlingen van alle scholen in Nijmegen, maar ook alle andere Nijmegenaren mogen een verhaal van 300 woorden indienen over vrijheid van nu. Een prachtig initiatief, waar ik graag aan bijdraag.
Het brengt mij tot de vraag wat er over 45 jaar, in de toekomst, van de beleving van Meisje Bloem nog overblijft? Is zij dan nog herkenbaar. Ik denk dat er wat overblijft, namelijk de dingen die universeel zijn en van alle tijden. Daarom ga ik nu, met u, opzoek naar wat mensen in de 2069 met Meisje Bloem mogelijk bindt. Zoals Meisje Bloem zaken vindt die haar binden met het verleden. Zo vindt zij liefdesbrieven van waarschijnlijk 30 jaar geleden. “In een doos zit een stapeltje papier met een blauwe strik er omheen. ‘Brieven’, zegt ze. Wie heeft die geschreven, Bloem? Meisje Bloem draait het pakje om en leest: ‘Van Joop voor Klaartje.’ [..] Meisje Bloem zegt: ‘Op een dag schrijft hij een mooie brief aan haar. Dat ze mooie haren heeft, en mooie ogen. Dat ze lief is . (7. De brieven) Joop wil met Klaartje trouwen. De liefde tussen een man en vrouw is universeel en van alle tijden. Ook vindt ze, in een ander verhaal, in oude kranten, een artikel over de grote Watersnoodramp in 1953 in Zeeland.
Ze leest: ‘W-a-t-e-r-s-n-o-o-d, watersnood.’ Meisje Bloem kijkt naar de foto’s in de krant. Ze zegt: ‘De zee is in het dorp gestroomd. De huizen zijn stuk.’ Waar zijn de mensen, Bloem? Meisje Bloem zegt: ‘Misschien zijn ze verdronken in het water. Of misschien zijn ze gered.’ (46. De kranten) Vandaag zijn er overstromingen in de Waal, en over 45 jaar zal het daar nóg overstromen en dat overstromen vindt plaats over de héle wereld.
Van sommige dingen weet ik niet of die er over 45 jaar nog zijn. Zo weet ik niet of we over 45 jaar nog contant geld hebben om te betalen. Alle betalingen zouden dan mogelijk via pinpassen verlopen. In het boek vindt Meisje Bloem een centje in een kier van de vloer (20. Het centje). Ik hoop dat de komende generatie dit betaalmiddel nog herkent. Of het schoolbord? ‘Ik ben de juffrouw’, zegt ze, ‘jullie moeten allemaal naar mij luisteren.‘ Meisje Bloem pakt een krijtje. Op het bord tekent ze een huis met een schoorsteen. Meisje Bloem zegt: ‘ Hier woon ik. Dit is mijn huis.’ (50 Het schoolbord). Die schoolborden worden momenteel al vervangen door digiborden op scholen, maar in de beleving van Meisje Bloem bestaat het schoolbord nog.
(Wij hebben Meisje Bloem in het prentenboek bewust geen ‘moderne’ spullen laten vinden. Geen computers, geen mobieltjes, geen tv’s , geen laptops, om het boek niet te laten verouderen in de toekomst: binnen de kortste keren zijn mobiele telefoons al “ijskasten” genaamd omdat ze nu al weer kleiner en sneller zijn. Ons boek is dan meteen al gedateerd en niet meer verkoopbaar.)
Belangrijk vind ik dat verhalen en objecten ‘bewaard’ worden zodat ze doorgegeven kunnen worden aan de toekomstigen. Meisje Bloem vindt over het woord “ bewaard” : Bewaard is, dat je iets mooi vond, dat je het voor altijd wilde houden. Dat je het daarom op zolder legde omdat je steeds weer wilde kijken. Als je kijkt, word je weer blij.’ (23. De bos bloemen) Meisje Bloem houdt hier een pleidooi voor bewaren. Het heden en verleden vormen een onverbrekelijke eenheid. Dat is wat ze met haar zoektocht op zolder zegt. Met die boodschap is zij toekomst bestendig. Want ook de mensen die in 2069 de tijdscapsule vinden, zullen zich realiseren, dat zij niet om het verleden heen kunnen.