Bloemetje 98. Assertief zijn.

Door Clémence Leijten

In het eerste verhaaltje van het prentenboek leren we Meisje Bloem kennen. Meisje Bloem is lief. En Meisje Bloem is sterk. “Meisje Bloem is eigenwijs” zeggen sommige mensen. En daarmee bedoelen zij dat Meisje Bloem haar eigen weg gaat. En dat is waar. (1.Meisje Bloem) Hoe ziet die eigen weg eruit en wat doet ze dan, vraag ik me af. Meisje Bloem zegt: ‘Eigen weg is als je wilt slapen met je hoofd op de plek van je voeten’ Meisje Bloem zegt: ‘Eigen weg is als je denkt: ik ben Bloem zo wil ik het doen. “Zo wil ik het doen.’’ Ze wil slapen met haar hoofd aan het voeteneind. Ze wil nadenken over de spullen die zij ziet, over wat ze meemaakt. Nadenken over dingen die goed zijn, maar ook de dingen die slecht zijn: ze gaat met een doos gebakjes op weg naar de hemel waar haar opa is, die ze mist. Ze lost de ruzie met haar vriendinnetje Lara op door in lachen uit te barsten. Meisje Bloem is sterk. Uit onderzoek blijkt dat veel jonge mensen anderen nodig hebben om hun problemen op te lossen. Dat doen ze niet zelf meer. Daarom zijn de therapeuten overbelast; daarom zijn er steeds meer therapeuten nodig.

De psychische problemen bij jongeren zijn toegenomen door meerdere factoren.
De hulpverlening zelf is mede oorzaak, schrijft Flip Jan van Oenen in de krant die ik lees ¹
Hij zegt dat de uitdijing van het therapieaanbod als bijwerking heeft dat verschijnselen als kwetsbaarheid en pech steeds meer gepathologiseerd worden: kwetsbaarheid en pech worden door therapeuten ‘stoornissen’ genoemd. Daardoor leren jongeren nare gevoelens te benoemen in termen van aandoeningen die hun overkomen, in plaats van te overwinnen moeilijkheden die onvermijdelijk bij het leven of een levenservaring horen. Ik citeer de auteur: “Bij een term als ‘pech’ of ‘tegenslag’ zijn we geneigd dit te aanvaarden als iets waar we mee moeten dealen; bij de term ‘stoornis’ [..] verwachten we behandeling.”
Hij concludeert dat bij moeilijkheden het bij jongeren vanzelfsprekend wordt een ‘slachtofferidentiteit’ aan te nemen in de verwachting dat zorgen en tegenslag door anderen - therapeuten- verholpen worden, in plaats van dat ze hun lot in eigen had nemen. Ik proef in deze woorden een pleidooi voor de eigen weg van Meisje Bloem.  

Meisje Bloem lost haar zaken zélf op. Ze is assertief. Assertiviteit is een gedragshouding getypeerd door de uitspraak: ik doe het zelf. Assertief betekent: vrij zijn, voor jezelf opkomen, voor je eigen mening uitkomen, onafhankelijk zijn, je gevoelens durven uiten.
Ik zou dat begrip “assertiviteit” willen uitleggen nog omdat nogal wat mensen assertiviteit aanmatigend vinden, brutaal, zelfs egoïstisch. Daarom zeg ik erbij: ‘Uitgangspunt van assertiviteit is dat je verantwoordelijk bent voor je eigen gedrag, dat je zelf bepaalt wat je goed of slecht vindt en dat je je hierbij niet laat beïnvloeden door wat anderen van je denken. Je accepteert jezelf zoals je bent en staat open voor feedback van anderen. Je houdt daarbij wel rekening met anderen. Je mag ruzie maken en uiting geven aan je gevoel als je maar rekening houdt met het gevoel van de ander: als de ander schrikt van het woord ‘godverdomme’, moet je dat woord niet gebruiken.’
Assertief aanmatigend, brutaal? Nee. Sterker nog: assertief kunnen zijn is een recht; een recht dat ieder mens heeft. Recht betekent: zoals het zijn moet, het is eerlijk, het is gepast, het is juist; precies overeenkomstig wij mensen met elkaar zijn overeen gekomen. Het is waar(heid).

Waarom heb je het recht om te zeggen en te voelen wat je zelf goed en slecht vindt? Waarom heb je het recht je eigen problemen op te lossen. Want dat hebben we van huis uit meestal niet geleerd. En toch heb je dat recht. Ik heb het recht mijn lot in eigen hand te nemen, omdat ik, en niemand anders, verantwoordelijk ben voor mijn eigen leven. Het is een recht, maar in mijn ogen is het ook een plicht: ik moet dealen met de panne en de pech, die bij mijn leven horen, omdat panne en pech horen bij menselijk leven. Mijn eigen weg zoeken in voor en tegenspoed, ik leer dat van Meisje Bloem. En de voor mij gróte denker Carl Rogers zegt dat dat kan. Hij zei: de mens is in staat zichzelf te begrijpen en te corrigeren. ²

Op voorwaarde dat iemand functioneert en er geen blokkades zijn die hij niet zelf kan opheffen, kan een mens verantwoordelijkheid nemen. Verantwoordelijkheid betekent de plicht om rekenschap af te leggen voor mijn daden. Dat wil zeggen dat ik de juistheid van mijn handelen uitleg. Ik vertel de ander waarop mijn handelen is gefundeerd. En ik accepteer wat daar uit voort komt en draag daar zorg voor. Daar heb ik geen therapeut voor nodig, wellicht wel een cursus assertiviteit.

  1. Flip Jan van Oenen. Jongeren in therapie omdat er zo veel hulp is NRC, maandag 17 april 2023.  (Flip Jan van Oenen is arts/gezinstherapeut en auteur van Het misverstand psychotherapie.)
  2. Carl Rogers. Leren in vrijheid de Toorts, Haarlem 1969.