Bloemetje 92. Een roze zoet marsepein gebakje

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem heeft een zak snoepjes gekregen. Ze gaat er winkeltje mee spelen. Meisje Bloem houdt van snoep. Meisje Bloem zegt: ‘Een snoepje is het lekkerste van de wereld.’ Ze likt het spuug van haar lippen. Meisje Bloem zegt: ‘Er komt water in je mond als je denkt aan iets lekkers.’  (30. De snoepjes.) Tumtum met suikertjes en gomballetjes, gesuikerde spekken, noga met zoete amandelen, ik vind snoep ook heerlijk. Sterker nog ik kan soms lijfelijk zo’n behoefte hebben aan iets zoets dat het wel een voedingssupplement lijkt en daarmee misschien zelfs verantwoord.

Ik volg het nieuws uit de oorlog in Oekraïne op de voet. In mijn krant staat wekelijks een “Bericht uit de schuilkelder”, een oma die schrijft. Nu over haar kleinkinderen in Kyiv die met oud en nieuw drie dagen bij hun vader zijn geweest. ¹ Op 31 december ging het lucht alarm. Haar kleinkind (12 jaar) schreef in een brief aan haar oma dat ze aan het winkelen waren toen de sirene ging: “We renden naar de kelder van het winkelcentrum. Na een tijdje hoorden we harde explosies. Ik telde er vier. Omdat het druk was in de kelder, moesten we staan. Oudere mensen zaten op stoelen. Mijn zusje Katja en ik dachten aan ons hondje Foksie, dat nu alleen thuis was. Van papa kregen we snoep, een chocolade toffee met aardbei erin.” Het raakte me die chocolade toffee met die aardbei erin.

Ik ken het dringende advies van de voedingsspecialisten en pedagogen: gebruik snoep niet als straf of beloning of als troostmiddel als je kind niet lekker in zijn vel zit. Snoep als beloning/straf of troost wordt afgeraden omdat je kind op die manier ‘leert’ dat het zichzelf kan troosten of belonen door zoetigheid. En “zoet” is niet goed voor zijn gezondheid. Maar dat snoepje van die vader aan zijn kinderen in die schuilkelder is van een héél andere orde: dat is overleven. Hun oma weet dat en vraagt ons: “Weet je trouwens dat wij altijd snoep meenemen in de schuilkelder? Heel belangrijk. In Oekraïne zeggen we: snoep is een kusje voor de ziel.”
Ze schrijft: “In ons land hebben we prachtige snoep, met verrukkelijke smaken, mooie wikkels in allerlei kleurtjes, met verschillende motiefjes en patronen. Als het even moeilijk is in de schuilkelder, of je ziet het niet meer zitten, dan verwen je je ziel met een snoepje. Je voelt je daarna altijd beter. Kinderen worden er rustiger van.” En ze geeft nóg een heel belangrijk aspect van die snoepjes aan: je kunt de snoep uitdelen en daardoor contact maken!    

Ze concludeert: die snoepjes maken het bovendien een stuk gemakkelijker om aan die ellendige momenten terug te denken. Ze schrijft: “Tijdens alle bezoeken aan schuilkelders, herinner ik me nog het snoepje dat ik toen at. Die smaken vergeet ik niet meer.’’ Weer, van een hele andere orde, ik sta niet in de overlevingsstand, maar ik herken dat gevoel wel. Als ik heel erg verdrietig ben, koop ik steevast bij de bakker een roze zoet marsepein gebakje, een “kasteeltje” en dat eet ik op. En ik herinner me die momenten en voel weer dat dat taartje hielp en het verzacht mijn gedachten. Het “kasteeltje” is voor mij een symbool van troost geworden. Snoep heeft ook in mijn leven een functie.

  1. Elena/Iris Koppe Bericht uit de schuilkelder. de Volkskrant, woensdag 11 januari 2023. Verslaggever Iris Koppe communiceert met de Oekraïense Elena bij wie ze studeerde in Kyiv. Elena zat eerst ondergedoken en vluchtte naar Hongarije. De berichten zijn vertaald uit het Russisch.