Bloemetje 57: Worden
Door Joris Leijten
De meest gestelde vraag aan kinderen is “wat wil je later worden? Het is een bijna zinloze vraag omdat de mening en interesses van kinderen zo snel wisselen. In elke fase van een kind zijn er andere interesses met mogelijk andere beroepen tot gevolg. Het is als volwassene wel leuk om de interesses van kinderen te volgen; maar grote mensen mogen kinderen niet vast pinnen op de antwoorden. Het is wellicht voor het kind daarom prettiger om als volwassenen alleen zelf te concluderen wat er in hun spel of hobby’s gebeurt. In het begin zijn ze heel erg met brandweerman, prinses of dieren bezig en later meer met koken of uiterlijk. Indirect worden kinderen voor hun uiteindelijke beroepskeuzes door de vraag ”wat wil je later worden” misschien beïnvloedt. Het is leuk dat de kinderen zich breed oriënteren en verschillende interesses beoefenen op gebied van sport, cultuur en spel en uiteindelijk een eigen keuze maken tot een beroep.
Meisje Bloem zal de vraag over wat ze worden wil ook vaak krijgen. In het verhaaltje 34. Een fotoboek krijgt ze de vraag “Wat is dat dan worden?” In dit verhaal is het woord “worden” gebruikt in de betekenis van iets dat verandert van vorm. De foto’s in het fotoboek van haar overgrootouders zijn bruin ‘geworden’ door de tijd, zij zijn veranderd van zwart wit foto’s in de bruine foto’s. “Wat is dan ‘worden’?” Meisje Bloem moet even nadenken over haar antwoord. Gaat het voor haar nu om de bruine kleur van de foto’s of de indirecte vraag over wat ze later worden wil? Ze geeft antwoord op beiden en komt met een filosofisch antwoord: “Worden is iets dat nog moet gebeuren. Het is er nog niet, maar het komt eraan.”[..] “Ik ben nu nog klein, maar ik wórd groot. En later als ik groot ben, ben ik brandweerman geworden en vader.”. Zij geeft zowel een definitie van wat een verandering is als ook hoe zij veranderd denkt te worden van een klein meisje naar een groot mens en ze vertelt wat ze dan gaat ‘worden’ Het maakt haar antwoord serieus en bijzonder. Ze wil brandweerman en ook “vader” worden. Zij geeft antwoord op beide ‘wordens’ in haar leven.
Komende week vanaf 6 tot 17 oktober 2021 is weer de Kinderboekenweek met het thema “Worden wat je wil ”. Veel kinderboeken gaan in op het “worden” in het kader van een toekomstig beroep: astronaut, brandweerman, boer enz. Mijn vraag is of dat motto de interesse bevordert van de kinderen (of alleen leuk en wenselijk is voor de ouders) ? Ik vind het veel leuker om na te denken over iets dat ‘geworden’ is. Hoe is Meisje Bloem geworden wie zij is, bijvoorbeeld, of over voorwerpen die geworden- veranderd- zijn. Voorwerpen worden ouder; worden anders en krijgen soms een andere functie en worden meer of minder belangrijk.
De voorwerpen die belangrijk zijn worden bewaard op de zolder. Meisje Bloem in het prentenboek Meisje Bloem vindt ze en speelt ermee en laat zich erdoor inspireren.
Het uitleggen van woorden bevalt Meisje Bloem wel. Zij gaat dan ook bij het vinden van een schoolbord vrijwel automatisch haar denkbeeldige leerlingen lesgeven. “Ik ben de juffrouw, zegt ze jullie moeten allemaal naar mij luisteren.’ Meisje Bloem pakt een krijtje. Op het bord tekent ze een huis met een schoorsteen. Meisje Bloem zegt : “Hier woon ik . Dit is mijn huis.[..].Als je geen huis hebt, moet je een huis bouwen. Want als je geen huis hebt, heb je geen kamer om te slapen en geen keuken om te koken.’’ Ze zegt: ‘En je het ook geen zolder om te spelen’. (50. Het schoolbord).
Ik ben heel benieuwd welk beroep Meisje Bloem als ze groot is uiteindelijk kiest. Het zou mij niet verbazen als Meisje Bloem een empathische leerkracht in spé is.