Door Joris Leijten
In oktober stond in de NRC een artikel “Dino’s en korte rokjes worden uit de schoolboeken geweerd” (NRC 8 oktober 2021). In het artikel is uitgezocht dat er bij grote uitgevers vooraf een duidelijke instructie wordt gegeven voor het maken van schoolboeken: illustratoren en tekstschrijvers krijgen de opdracht om ‘wereldse’ zaken als kermis, carnaval, make-up en tatoeages te vermijden. Ook is de evolutieleer dikwijls een verboden onderwerp.
In de opdracht worden allerlei restricties gegeven om moeilijke onderwerpen in het onderwijs uit de weg te gaan. Er wordt al vooraf een censuur toegepast. De tekstschrijvers en illustratoren krijgen een contract waar ze zich inhoudelijk aan moeten houden. Dit was onbekend voor mij.
Als uitgever Joleijt heb ik mijzelf en onze auteurs nooit zelfcensuur opgelegd. Ik voel mij aangesproken door het artikel en vraag mij af of ik toch ook vooraf censureer? Ik denk het niet.
Voor Joleijt ga ik uit van mijn eigen normen en waarden. Vind ik het leuk, leerzaam en mooi dan besluit ik te publiceren en die instelling geldt ook voor medeauteur en illustrator Clémence Leijten.
De Kerndoelen van het basisonderwijs zijn niet voor niets heel open gesteld zodat het maatschappelijk leven per vak heel breed aangeleerd kan worden. In de Kerndoelen wordt niet specifiek genoemd wat er niet afgebeeld of genoemd mag of kan worden.
We hebben voor Meisje Bloem al schrijvende in ons boek steeds meer voorwerpen en onderwerpen laten vinden die we in de samenleving belangrijk vinden voor kinderen van 4 tot 9 jaar. De zolder van Meisje Bloem is een veilige mini samenleving waar ze veel meemaakt en leert
Ik heb nog nooit negatief commentaar gehad op de belevenissen van Meisje Bloem. Niemand zei me dat zij voor hem of haar te ver gaat in haar opmerking.
Naar aanleiding van het artikel kan ik mij voorstellen dat verschillende verhalen voor bepaalde onderwijsvormen en/of ouders te ver zouden kunnen gaan, omdat zij hun kinderen willen beschermen tegen het kwaad in de wereld bijvoorbeeld. In het verhaaltje ‘De dooie muis’ vindt Meisje Bloem een dode muis. Ze aait het kopje de muis is koud. ‘Heb je het koud ?’ vraagt Meisje Bloem aan de muis. ‘Ik weet wat!’ zegt ze. Van haar pop neemt ze de jurk en die trekt ze over zijn hoofd.
Continue Reading
Door Clémence Leijten.
We hebben het over Meisje Bloem. “Ze heet Bloem, Meisje Bloem. Misschien heet ze ook wel Anne, Alice , of Aagje, maar iedereen noemt haar Bloem. “Bloem” noemde haar vader haar omdat ze werd geboren op de eerste dag van de lente. “Wordt maar een mooie bloem”, zei hij (1. Meisje Bloem). Misschien heet ze eigenlijk wel Aagje, want Bloem is nieuwsgierig: nieuwsgierig Aagje. Nieuwsgierig Aagje is de hoofdpersoon in een zeventiende eeuwse klucht blijkt.¹ Hierin wordt het verhaal verteld van ene Aagje uit Enkhuizen die erg nieuwsgierig is. Ze is getrouwd met een smid. Van een bevriende schipper Freekbuur heeft ze gehoord hoe het leven in Antwerpen toegaat. Van haar man mag zij een keer met de schipper mee reizen naar Antwerpen. Daar aangekomen vraagt Freekbuur haar even te wachten op het schip terwijl hij in de stad een aantal zaken regelt. Wanneer dit te lang duurt wordt Aagje nieuwsgierig en besluit zelf op verkenning te gaan in de stad. Daar komt ze een “Spaanse Brabander” tegen (een Brabander die in de zuidelijke Nederlanden woonde dat in tegenstelling tot de Noordelijke Nederlanden in die tijd bezet was door de Spanjaarden). Aagje denkt dat de man haar neef “Jan van Spanjen” is die handel dreef met Spanje en ook vaak in Antwerpen was.
Continue Reading