Bloemetje 46 Valse hoop?

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem vindt een trapje met drie treetjes. “Het is een trap naar de hemel”, zegt ze. Meisje Bloem zegt: ‘In de hemel zitten mensen die dood zijn gegaan. Buurman is doodgegaan, en het zusje van Borre van school.’ Meisje Bloem weet wat dood is. ‘Opa is dood’. ‘Die woont nu ook in de hemel’ zegt ze". (8. Het trapje) Meisje Bloem weet wat een hemel is. “De hemel is een huis voor dooie mensen. Het is een mooi huis en ze hebben het er goed en ze hebben nooit ruzie.’ Meisje Bloem zegt: ‘Mijn moeder zegt: “Ik weet niet of zo’n huis wel bestaat.” Maar ik vind het een goed idee, dan kan ik mijn opa tenminste ergens vinden.’ Het mooie is dat haar moeder niet weet of zo’n huis wel bestaat, maar zij verbiedt haar dochter die gedachte niet. Zij ontneemt haar dochter de hoop niet dat zo’n huis bestaat en dat haar opa daar nog woont. Er zijn zoveel dingen die akelig zijn, zoveel nare dingen die kinderen moeten incasseren. Dat kunnen ze als ze hoop houden.

Continue Reading


Bloemetje 45. Voorlezen

Door: Joris Leijten
Prentenboek Meisje Bloem is uitermate geschikt om voor te lezen.
Het kan ook zelfstandig gelezen worden door kinderen, maar de zinnen zijn relatief lang en dan kost dat hen misschien nog veel moeite en snappen ze nog niet zo goed wat ze lezen. De tekst van het prentenboek is niet gekeurd door de Citogroep maar ik denk dat het lees-en begripsniveau minimaal AVI 5– CLIB 5 is. Dat betekent dat het prentenboek zelfstandig gelezen kan worden door kinderen pas in groep 5.
De nieuwe leesboekjes in de serie Vrolijk leren: “De marskramer” en
“Een winkeltje op mijn rug” van Joleijt zijn wél getest en makkelijker zelfstandig door kinderen te lezen, op niveau AVI M4 –CLIB 4. Deze boekjes kunnen al gelezen worden in groep 4. Het AVI niveau geeft het technisch leesniveau van een tekst aan. Hoe goed kan een kind de woorden in een tekst lezen. Het CLIB niveau geeft het begrijpend leesniveau aan. Hoe goed begrijpt een kind waar de tekst over gaat

Continue Reading


Bloemetje 44: Oriëntatie op jezelf en de wereld.

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem vindt een schoolbord. De zolder is een school. In de klas zitten in haar gedachten kinderen die iets moeten leren: ‘Ik ben de juffrouw’, zegt ze, ‘jullie moeten allemaal naar mij luisteren’. Grappig dat Meisje Bloem meteen de houding aan neemt van een strenge juffrouw zoals ik die ken uit mijn jeugd. Maar in wat zij biedt is zij een schooljuffrouw van deze tijd. Meisje Bloem pakt een krijtje. Op het bord tekent ze een huis met een schoorsteen. Meisje Bloem zegt: ‘Hier woon ik.’ Dit is mijn huis.’ Meisje Bloem zegt tegen de kinderen: ‘Als je geen huis hebt, moet je een huis bouwen. Want als je geen huis hebt, heb je geen kamer om te slapen en geen keuken om te koken’. Ze zegt: ‘En je hebt ook geen zolder om te spelen.’(50. Het schoolbord) Zij pakt een thema en leert de kinderen niet lezen of rekenen; zij betrekt de kinderen bij de wereld. Bij hun wereld, want een huis is dichtbij. Meisje Bloem doceert het vak wereldoriëntatie.

Continue Reading


Bloemetje 43. Bewaren - waarden

Door: Joris Leijten
Meisje Bloem weet dat alle voorwerpen die op de zolder door haar ouders bewaard worden, waarde hebben. Ze weet nog niet welke waarden. Historische, financiële waarden, kunstzinnige of emotionele waarden. Feit is dat ze belangrijk zijn om te bewaren voor haar ouders. Meisje Bloem mag op de zolder struinen en zoeken naar de voorwerpen en hiermee spelen. Dit zijn de verhaaltjes in het prentenboek Meisje Bloem. Zo vindt ze bijvoorbeeld een stapeltje brieven “van Joop voor Klaartje”. Joop schrijft dat hij Klaartje lief vindt, denkt ze en wil trouwen: ‘Op een dag schrijft hij een mooie brief aan haar. Dat ze mooie haren heeft, en mooie ogen. Dat ze lief is. Dat hij een mooi huis heef en hij vraagt of ze bij hem komt wonen. Hij heeft ook een lieve hond.’ (7. De brieven) Meisje Bloem vindt zelf honden heel leuk en zij denkt dat Klaartje honden leuk vindt en daarom met hem wil trouwen. De brieven hebben een emotionele waarde.

Continue Reading