Bloemetje 90. Een portie mirre.

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem vindt op zolder een stal. Er zijn een beeldje van Jozef en een beeldje van Maria, en een kindje in de kribbe. ‘Ze horen bij de stal’, zegt Meisje Bloem. ‘Een stal is eigenlijk voor dieren, maar omdat er geen plek was in het hotel, moesten Jozef en Maria in de stal slapen. Daar werd hun kindje geboren.’ Meisje Bloem pakt de herders en ze zegt dat ze moeten gaan kijken. Dat zegt ze ook tegen de drie koningen uit de doos. Ze zegt: ‘En jullie moeten wel een cadeautje meenemen.’ (9. De kerststal.) Ik weet dat de koningen die raad ter harte namen. Maar weet ook dat ze niet gingen omdat Meisje Bloem hen dat zei; zij volgden een grote ster. De grote ster vertelde de drie koningen dat er iets bijzonders was gebeurd.¹. Misschien was er wel een nieuwe koning geboren, want dat hadden de geschiedenis boeken gezegd.

Continue Reading


Bloemetje 89. December genieten

Door Joris Leijten
Het is weer december. Het wordt snel koud en donker buiten. We trekken allemaal naar binnen om bij de warme kachel of haard om gezellig bij elkaar te zijn en te genieten van een deftig kerstdiner.

Meisje Bloem zit vast en zeker ook aan een gezellige deftige diner in deze decembermaand met volwassenen. Wat zou Meisje Bloem een gezellig diner vinden? Uit het verhaaltje ‘de vork’ waarin Meisje Bloem in en bestekdoos een kromme vork vindt, blijkt dat Meisje Bloem weet hoe een “deftig” diner eruit hoort te zien:  ‘Rechts van het bord het mes en de lepel, links de vork, weet ze. Haar ogen lachen om de vork die is kromgebogen. Ze zegt: ‘Dit is een krulvork. Met een krulvork eten krulmensen.’(3. De Vork). Zou Meisje Bloem “krulmensen” aan het diner wensen? Zou zij alle ander grote mensen saai vinden?  Uit wat ze zegt blijkt mij wel dat ze eigenlijk diners saai vindt voor kinderen en dat ze mensen die anders zouden doen wel spannend vindt. ‘Meisje Bloem doet een krulmens voor. Ze buigt voorover en legt haar handen op de grond. ‘Als je een krulmens bent’, zegt ze, ‘zie je alles op zijn kop.’ Maar Bloem, wat is dat dan, een krulmens? Meisje Bloem denkt na over een krulmens. Meisje Bloem zegt: ‘Een krulmens kan denken met een bochtje. Mensen die kunnen denken met een bochtje vind ik bijzonder. Bijzonder is iets, dat je bijna niet kunt geloven, maar toch bestaat.’ Meisje Bloem zegt: ‘Ik ben een bijzonder meisje zeggen de mensen.’ (3. De vork)

Continue Reading


Bloemetje 88. Stress

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem is vaak op zolder. Daar gaat ze graag naar toe. Mag dat van je vader en moeder, Bloem? Meisje Bloem zegt: ‘Ja dat vinden ze goed.’ Meisje Bloem motiveert dat. 'De zolder is mijn liefste plek in ons huis. Ik ben er vaak.’ Ze zegt: ‘Ík ben daar helemaal alleen. Ik kan op de zolder doen wat ik wil.’  (2. De dozen). Zijn er nu mensen die argwanend denken: wat doet ze daar?  We kunnen het haar vragen: ‘Maar Bloem, wat is dat dan een zolder voor jou? Meisje Bloem zegt: ‘Een zolder is een plek waar mensen spullen bewaren. Spullen die oud zijn, maar niet weggegooid mogen worden, omdat al die spullen nog een verhaal hebben.’ Meisje Bloem zegt: ‘De spullen vertellen een verhaal aan mij.’ Dus dat mag van haar ouders! Vorige week sloeg de vereniging van jeugdartsen alarm. Ze constateren toenemende stress bij middelbare scholieren. Begin november meldde de Kindertelefoon een toename van het aantal telefoontje over stress. Wat opvalt, schrijft de organisatie op haar website, is dat kinderen zeggen dat ze naast de druk vanuit school  “ook stress ervaren door de druk die ouders opleggen.”.¹

Continue Reading


Bloemetje 87. De lappenpop.

Door Clémence Leijten.
In één van de dozen op zolder vindt Meisje Bloem een pop. ‘Jou kan ik net goed gebruiken’, zegt ze, ‘jij wordt mijn vriend.’ De pop kijkt blij. Daaruit begrijpt Meisje Bloem dat de pop haar vriend is. Ze zegt: ‘Leuk om een vriend te hebben.’ Maar Meisje Bloem wat is dat dan, een vriend? Meisje Bloem denkt na over een vriend. Meisje Bloem zegt: ‘Een vriend is iemand die lijkt op mij. Hij is net zo aardig. Als ik lach, lacht hij ook. Als ik een snoepje pak zonder te vragen, pakt mijn vriend ook een snoepje. Als ik zeg dat dat niet aardig is, dan vindt mijn vriend dat ook.’ Meisje Bloem zegt: ‘Met een vriend ben je niet alleen.’ (5. Een pop) Meisje Bloem is alleen op zolder. Misschien voelde zij zich wat alleen; die pop betekent gezelschap, maar nog veel meer. Die pop betekent een spiegel voor haar zelf en een makker in de strijd blijkt uit de verhaaltjes die volgen. Een pop betekent dat ze nu nooit meer alleen is. Het is gauw 5 december. Sinterklaas zal een boel poppen brengen, dat deed hij vroeger al.

Continue Reading