Door Joris Leijten
Ik kreeg een vraag of ik een bijdrage wilde leveren aan een tijdscapsule in Nijmegen, ter gelegenheid van het 80 jarige herdenking van “het Bombardement van Nijmegen” van 22 februari 1944. Bij dit Bombardement werden 800 mensen plots gedood en de binnenstad van Nijmegen verwoest. De laatste jaren is er weer veel aandacht voor de herdenking van dit bombardement, omdat men vroeger dacht, dat het een vergissingsbombardement van de Engelse bevrijder was en verzwegen moest worden. Maar meer en meer is duidelijk dat het geen vergissingsbombardement was, maar een aanval van de geallieerden. Een grote tragedie. Initiatiefnemer en journalist Rob Jaspers wil dit feit onder de aandacht houden en gaat in een nieuwe woontoren op Plein ‘44 een tijdscapsule inmetselen met teksten van huidige Nijmegenaren over de vredesgedachten in de stad. Pas over 45 jaar mag de tijdscapsule geopend worden. Leerlingen van alle scholen in Nijmegen, maar ook alle andere Nijmegenaren mogen een verhaal van 300 woorden indienen over vrijheid van nu. Een prachtig initiatief, waar ik graag aan bijdraag.
Continue Reading
Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem is op zolder. Ze kijkt in de dozen: Er is niks’, zegt ze. Ben je verdrietig, Bloem? ‘Ja’, zegt Meisje Bloem, ‘ik heb niks om te spelen.’ De dozen die er staan heeft ze allemaal gezien. Is er nog een doos Bloem, is er nog iets waar je mee kunt spelen? Meisje Bloem schudt haar hoofd. ‘Ik heb alles gezien’, zegt ze. (52. Jouw zelf) Ik zou denken dat als er niets meer te zien is, ze naar beneden gaat op zoek naar ander speelgoed. Dat zou “iedereen” doen in zo’n situatie. Ze luistert echter naar een stemmetje in haar hoofd dat zegt: Als je niks hebt te spelen, Bloem, heb je toch nog om te spelen jouw zelf. Meisje Bloem kijkt in de verte, omdat ze denkt. ‘Dat is waar’, zegt ze, ‘je hebt altijd jouw zelf om te spelen.’ Ze strekt haar armen, ze buigt haar knieën, ze duwt haar voeten omhoog. Dan springt Meisje Bloem. Ze zweeft in de lucht. ‘Nu speel ik dat ik een vogel ben’, zegt ze, ‘die heet Bloem.’ Ze zegt: ‘Zo kan ik het doen!’ Meisje Bloem, en dat vind ik prachtig, kan anticyclisch denken. Dat is denken tegen de stroom in. Ieder ander was teleurgesteld naar beneden gegaan; Meisje Bloem niet. Zij buigt de situatie om in een totaal andere richting: tegengesteld: juist blijven en uitvinden wat de lege situatie toch biedt. Jammer dat ‘tegen de stroom in denken’ vaak gezien wordt als dwars, als niet aangepast gedrag. Terwijl anticyclisch denken voor mij een magnifieke eigenschap is, waarvan ik denk dat die eigenschap ons zou brengen naar een bétere wereld.
Continue Reading