Bloemetje 135. Leren door ervaren.

Door Joris Leijten
De afgelopen maand herdachten we 80 jaar operatie “Market Garden” in Oost-Nederland. Het begin van het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1944. 
De Geallieerden: Amerikanen, Canadezen, Engelsen en Polen bevrijdden langzaam Nederland. De afgelopen weken waren enkele oudere WOII- veteraren, 90-plussers, nog bij de herdenking en waren ook veel zg. re-anacters actief. Mensen die de geschiedenis zo authentiek mogelijk naspelen. 
In Schijndel, Nijmegen, Groesbeek, Ginkelse heide en Arnhem waren er deze maand week kampementen van “geallieerden soldaten” met tenten, vrachtauto’s, tanks enzovoorts. Overal zag je ook veel kinderen, ook in schoolverband, om te leren van deze “militairen”. Er werd gekookt, gezongen en gestreden. 

Continue Reading


Bloemetje 134. Uitleggen wat vrede is.

Door Clémence Leijten

Boven in het huis van Meisje Bloem is een zolder. Daar gaat ze graag naar toe.  Meisje bloem wijst om haar heen. Er staan allemaal dozen met spulletjes. ‘Die spullen liggen te wachten’, zegt ze. ‘Over die spulletjes denk ik na.  Meisje Bloem zegt: ‘De zolder is mijn liefste plek in ons huis. Ik ben er vaak.’ Ze zegt: ‘Ik ben daar helemaal alleen. Ik kan op zolder doen wat ik wil.’ (2. De dozen.) Als je een boek schrijft als Meisje Bloem dan kijk je door haar ogen naar de wereld om haar heen. Spulletjes op haar zolder horen tot haar wereld en de mensen om haar heen.

Continue Reading


Bloemetje 133.  Het gaatje in de mogelijkheden.

Door Clémence Leijten

Meisje Bloem vindt op zolder een boek met foto’s van mensen. De hoofden op de foto’s zijn bruin en ook de kleren. Gek, die bruine hoofden, Bloem! Meisje Bloem zegt: ‘Die hoofden zijn bruin omdat het oude foto’s zijn. Foto’s van vroeger zijn bruin. Meisje Bloem zegt: ‘De mensen kijken streng.’ ‘  Ik denk niet dat ze aardig zijn’, zegt ze. Meisje Bloem zegt: ‘Maar je hoeft niet bang te zijn voor die mensen, die mensen zijn al heel lang dood. Als je dood bent ben je er niet meer.’ Meisje Bloem herkent zich niet in de mensen op de foto die dood zijn, want ze zegt: ‘Ik wil niet dood.’ Meisje Bloem zegt: ‘Ik moet eerst nog brandweerman worden. En groot. En ik wil ook nog vader worden.’ (34. Het fotoboek) Het is het ongeëvenaard perspectief van een jong kind, dat bovendien geen boodschap heeft aan de traditionele rolverdeling.

Continue Reading


Bloemetje 132. Lief en lepel.

Door: Joris Leijten.
Meisje Bloem vindt op haar zolder allemaal voor haar bekende gewone voorwerpen: brieven, vlieger, verrekijker, hoed, lepel enzovoorts. Voorwerpen waar ze wat van weet en die ze kan gebruiken voor haar kinderspel. Ze kan nog iets met de voorwerpen; iets anders dan waar de voorwerpen oorspronkelijk voor bedoeld zijn: iets bedenken in haar fantasie. Een uitzondering is een steen met tekening. Deze steen interesseert haar en dat correcte wetenschappelijke verhaal wil ze graag delen. ‘Dat is niet getekend door een mens’, zegt Meisje Bloem, ‘dat is een afdruk van een dier, of een tak van heel lang geleden.’

Continue Reading