Door Joris Leijten
Een lezer schreef mij dat ze getroffen was door de titel van dit prentenboek, die ook de naam, of beter: de bijnaam van de hoofdfiguur is. Hoe was die bijnaam ontstaan? De auteurs van het boek zeggen daar over, dat ze een meisje wilden beschrijven maar aarzelden over de naam die ze wilden geven. Ze dachten aan Anne, of Alice, of Aagje. Plotseling dachten ze aan de naam ‘Bloem’ of voluit ‘Meisje Bloem’. Zo ontstond het verhaal. “Bloem” noemde haar vader haar omdat ze werd geboren op de eerste dag van de lente. “Word maar een mooie bloem”, zei hij. “Bloemen houden van mensen” is de leus die de bloemenbranche jaren geleden voerde: Meisje Bloem houdt van mensen. De vergelijking van haar zelf met bloemen wordt door Meisje Bloem zelf ook gezien. Ze noemt de vergelijking bewust of onbewust in haar verhalen. In het verhaal van de vlinderdoos zegt ze tegen haar pop: ‘Ik ben Bloem en jij bent Vlinder.’ Meisje Bloem zegt: ‘Een vlinder vliegt altijd naar een bloem toe. Dus jij vliegt altijd naar mij. De pop lacht, hij vindt Vlinder een mooie naam (45. De vlinderdoos). In dat wat ze zegt, legt Meisje Bloem een relatie met een ander door middel van haar bijnaam en de naam die ze geeft aan de pop.
Continue Reading
Door Clémence Leijten
In een doos vindt Meisje Bloem lichtjes van de kerstboom. Meisje Bloem zegt: ‘Ik ga het héél gezellig maken.’ Meisje Bloem trekt een deken over een stapel dozen en maakt zo een hut. Het is donker binnen. Ze zegt: ‘Nu kan ik de lichtjes goed gebruiken.’ Meisje Bloem hangt de lichtjes die aan zijn, in de hut. ‘Oh, wat gezellig’, zucht ze blij, ‘het lijkt net kamperen (44. De kerstboomlichtjes).’ ”Gezellig”, zegt Meisje Bloem. Voor Meisje Bloem is dat kamperen in een tent. Wat gezellig is, is voor iedereen wat anders. In dit verhaaltje zitten wel de algemene elementen die iets gezellig maken. De deken boven haar hoofd die de zolder intiemer maakt: intimiteit geeft een gevoel van veiligheid. Meisje Bloem maakt haar hut donker waardoor de kerstlampjes nog helderder schijnen, zonder duisternis bestaat er geen licht. Maar er is nog één element (en dat is de essentie van gezellig-zijn waarvan Meisje Bloem zich misschien niet bewust is), het zit ook in het verhaal. Meisje Bloem doet haar schouders omhoog en trekt haar knieën onder haar kin. Ze slaat haar armen om haar benen. Ze zegt tegen haar pop: “Wat is het gezellig hier binnen.’ De pop vindt dat ook. Meisje Bloem zegt tegen de pop: ‘Gezellig voelt als een vriend.’ Dankzij de pop wordt het gezellig omdat ze sámen zijn.
Continue Reading