Bloemetje 91. Verjaardag

Door Joris Leijten
Op de dag dat dit Bloemetje uitkomt, op woensdag 25 januari, is de verjaardag van medeauteur, tekenares en mede-blogger Clémence. Van harte gefeliciteerd! collega. Ik zeg niet hoe oud ze wordt, dat mag je niet vragen aan een vrouw. Het doet er niet toe. Ze ziet er jonger uit dan ze is, vind ik. We werken heel goed samen waarbij we aan een half woord genoeg hebben.

Kinderen zijn altijd heel blij als ze jarig zijn. Op een verjaardag krijgen ze cadeautjes en is het gezellig en is het feest. Meisje Bloem is in verhaaltje 36, jarig. “Hoe kan ik zien dat je jarig bent, Bloem? Meisje Bloem zegt: ‘We moeten nog versieren.’ Meisje Bloem pakt de doos met de slingers. Ze maakt de slingers vast aan de zolder en ze steekt een papieren bloem in haar haar. Nu nog een taart, Bloem. ‘Ja’, zegt Meisje Bloem, ‘én een cadeautje.’ Meisje Bloem zegt: ‘Wat zou ik graag willen hebben…?’ (36. De roltong). Voor kinderen verandert er veel als ze jarig zijn. Ze mogen trakteren op school, krijgen soms meer rechten, later naar bed, zakgeld verhoging of iets meer zelfstandig doen. Ze groeien letterlijk onder je ogen en worden steeds meer volwassen en krijgen deze dag alle aandacht. Wij als kinderen waren zo erg gespannen voor onze verjaardag dat onze ouders een zogenaamd “voorcadeautje” hadden ingesteld. Een week voor de verjaardag kregen wij al een vóór- cadeautje om al mee te spelen om spanning voor de echte verjaardag te verminderen. Clémence kleinkinderen krijgen nu ook “voorcadeautjes” om de spanning te verminderen. Het is een mooi ritueel geworden.

Continue Reading


Bloemetje 90. Een portie mirre.

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem vindt op zolder een stal. Er zijn een beeldje van Jozef en een beeldje van Maria, en een kindje in de kribbe. ‘Ze horen bij de stal’, zegt Meisje Bloem. ‘Een stal is eigenlijk voor dieren, maar omdat er geen plek was in het hotel, moesten Jozef en Maria in de stal slapen. Daar werd hun kindje geboren.’ Meisje Bloem pakt de herders en ze zegt dat ze moeten gaan kijken. Dat zegt ze ook tegen de drie koningen uit de doos. Ze zegt: ‘En jullie moeten wel een cadeautje meenemen.’ (9. De kerststal.) Ik weet dat de koningen die raad ter harte namen. Maar weet ook dat ze niet gingen omdat Meisje Bloem hen dat zei; zij volgden een grote ster. De grote ster vertelde de drie koningen dat er iets bijzonders was gebeurd.¹. Misschien was er wel een nieuwe koning geboren, want dat hadden de geschiedenis boeken gezegd.

Continue Reading


Bloemetje 89. December genieten

Door Joris Leijten
Het is weer december. Het wordt snel koud en donker buiten. We trekken allemaal naar binnen om bij de warme kachel of haard om gezellig bij elkaar te zijn en te genieten van een deftig kerstdiner.

Meisje Bloem zit vast en zeker ook aan een gezellige deftige diner in deze decembermaand met volwassenen. Wat zou Meisje Bloem een gezellig diner vinden? Uit het verhaaltje ‘de vork’ waarin Meisje Bloem in en bestekdoos een kromme vork vindt, blijkt dat Meisje Bloem weet hoe een “deftig” diner eruit hoort te zien:  ‘Rechts van het bord het mes en de lepel, links de vork, weet ze. Haar ogen lachen om de vork die is kromgebogen. Ze zegt: ‘Dit is een krulvork. Met een krulvork eten krulmensen.’(3. De Vork). Zou Meisje Bloem “krulmensen” aan het diner wensen? Zou zij alle ander grote mensen saai vinden?  Uit wat ze zegt blijkt mij wel dat ze eigenlijk diners saai vindt voor kinderen en dat ze mensen die anders zouden doen wel spannend vindt. ‘Meisje Bloem doet een krulmens voor. Ze buigt voorover en legt haar handen op de grond. ‘Als je een krulmens bent’, zegt ze, ‘zie je alles op zijn kop.’ Maar Bloem, wat is dat dan, een krulmens? Meisje Bloem denkt na over een krulmens. Meisje Bloem zegt: ‘Een krulmens kan denken met een bochtje. Mensen die kunnen denken met een bochtje vind ik bijzonder. Bijzonder is iets, dat je bijna niet kunt geloven, maar toch bestaat.’ Meisje Bloem zegt: ‘Ik ben een bijzonder meisje zeggen de mensen.’ (3. De vork)

Continue Reading


Bloemetje 88. Stress

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem is vaak op zolder. Daar gaat ze graag naar toe. Mag dat van je vader en moeder, Bloem? Meisje Bloem zegt: ‘Ja dat vinden ze goed.’ Meisje Bloem motiveert dat. 'De zolder is mijn liefste plek in ons huis. Ik ben er vaak.’ Ze zegt: ‘Ík ben daar helemaal alleen. Ik kan op de zolder doen wat ik wil.’  (2. De dozen). Zijn er nu mensen die argwanend denken: wat doet ze daar?  We kunnen het haar vragen: ‘Maar Bloem, wat is dat dan een zolder voor jou? Meisje Bloem zegt: ‘Een zolder is een plek waar mensen spullen bewaren. Spullen die oud zijn, maar niet weggegooid mogen worden, omdat al die spullen nog een verhaal hebben.’ Meisje Bloem zegt: ‘De spullen vertellen een verhaal aan mij.’ Dus dat mag van haar ouders! Vorige week sloeg de vereniging van jeugdartsen alarm. Ze constateren toenemende stress bij middelbare scholieren. Begin november meldde de Kindertelefoon een toename van het aantal telefoontje over stress. Wat opvalt, schrijft de organisatie op haar website, is dat kinderen zeggen dat ze naast de druk vanuit school  “ook stress ervaren door de druk die ouders opleggen.”.¹

Continue Reading