Bloemetje 27. Krulmensen

Door Clémence Leijten.

 In een doos op zolder liggen messen, lepels en vorken. Meisje Bloem zegt: ‘Het zijn mooie voor een deftig diner.’ Rechts van het bord het mes en de lepel, links de vork weet ze. Haar ogen lachen om de vork die is krom gebogen (3. De vork).  Meisje Bloem vindt een kromme vork leuk, terwijl andere mensen denken: gooi weg die rare vork, die kan je toch niet meer normaal gebruiken. Zij vindt de kromme vork leuk omdat die haar doet denken aan mensen die zich anders dan anderen mensen gedragen. Die mensen ‘krullen’ als de kromme vork; zij buigen zich in bochten die nog niet bestaan. “Krulmensen” noemt Meisje Bloem die mensen: krulmensen zijn anders en ze doen anders “Meisje Bloem doet een krulmens voor. Ze buigt voorover en legt haar handen op de grond. ‘Als je een krulmens bent’, zegt ze, ‘zie je alles op zijn kop (3. De vork). Daarmee bedoelt ze, denk ik, dat krulmensen de dingen anders bekijken dan de meeste mensen. Dat doen ze omdat ze dat grappiger vinden, of wijzer, of handiger. Meisje Bloem ontdekt dat zij een krulmens is. 

Meisje Bloem vindt een kromme vork leuk. Meisje Bloem wil slapen met haar hoofd aan het voeteneind. Meisje Bloem hult zich in een deken en voelt zich dan een worstenbroodje. Meisje Bloem denkt niet in gebaande wegen want wie vindt nu een kromme vork leuk. Wie slaapt er nu met zijn hoofd aan het voeteind? Wie voelt zich nu een worstenbroodje? Meisje Bloem!        
Meisje Bloem is een “dwarsdenker”¹.  Kun je dwars tegen de heersende mening indenken en een kromme vork leuk vinden? Jazeker. Ik kan ‘ja’ of ‘nee’ zeggen tegen wat alle mensen niet leuk vinden. Een mens kan immers bewust kiezen: als iets mij leuk voelt, stem ik in; als iets mij niet leuk voelt, wijs ik af. Natuurlijk wat anderen vinden heeft invloed op mij, dat is waar, maar ik kan erop ‘ja’ zeggen of ‘nee’ omdat een mens in zijn natuur eigenschappen bezit als kunnen reflecteren, als kunnen evalueren. Ik kan me de vraag stellen: vind ik dit leuk?  Een mens heeft ook eigenschappen die kunnen reguleren: ik kan het ánders doen. 

Het feit dat die eigenschappen in de mens van nature aanwezig zijn, legitimeert het gebruik ervan. De mens benut ermee dat wat hem door zijn natuur is aangereikt: het is de bedoeling van het leven die eigenschappen te gebruiken anders zou de natuur ze hem niet gegeven hebben, zo simpel is dat. Dat levert heel veel verschillende gedachten op, heel veel verschillende gevoelens, heel veel verschillende wensen. Met andere woorden het is een gegeven van de natuur van de mens dat mensen divers kunnen zijn; verschillend. Hoe mooi is dat! Peter Spier heeft lang geleden een prachtig prentenboek gemaakt, dat gaat daarover. Mensen, Mensen, wát een mensen!²  Ik citeer: “Iedereen weet dat er op aarde veel, heel veel mensen wonen en dat er ieder jaar miljoenen bijkomen. Vandaag leven er op aarde meer dan 5.000.000.000. [..] Meer dan 5.000.000.000 mensen en toch zijn er geen twee gelijk.” Onze huiskleur kan verschillend zijn, de vorm van de ogen, de neuzen de lippen, het haar. Kleren zijn anders. De taal. De huizen… De mensen denken verschillend; waar de één om moet lachen, moet de ander om huilen. Hoe verschillend? Dat heeft Peter Spier getekend. Hij vindt het leuk dat we allemaal anders zijn. Dat bewijst hij want hij tekent tot slot een straat met állemaal dezelfde zachtroze vierkanten huizen. De mensen die er lopen dragen állemaal een donkerbruine jas en de auto’s en de bussen in de straat zijn állemaal lichtgroen. En hij vraagt ons bij die prent: “Stel je eens voor, hoe saai en vervelend onze wereld zou zijn, als iedereen hetzelfde zou denken en doen en eten. Als iedereen dezelfde kleren zou dragen en er allemaal eender zouden uitzien.” We slaan deze pagina om en zien dan een straat met allemaal verschillende huizen in alle kleuren van de regenboog en mensen die allemaal anders gekleed gaan en auto’s en bussen in blauw, rood, geel en groen. Er hangen vlaggen uit de huizen. Feestelijk is die straat in al zijn diversiteit. En hij mijmert: “Is het niet heerlijk, dat we allemaal -stuk voor stuk- anders zijn, anders dan wie ook.”
Krulmensen zijn anders dan mensen zonder krul, hoe zou de wereld zijn als mensen met een krul ontbraken? Hoe zou de wereld zijn zonder Meisje Bloem?

¹. Leijten, Joris (2020) Rebellen en Dwarsdenkers , Bloemetje 16 www.meisjebloem.nl
². Spier, Peter (1980) Mensen, Mensen wát een mensen!  uitgave Lemniscaat, Rotterdam.