Bloemetje 23. Nieuwe Normaal

Door: Joris Leijten

 We hebben het in deze tijd over het zogenaamde “Nieuwe Normaal”. Na een intense periode van een virus moeten we ons aanpassen aan een mogelijke nieuwe situatie met afstand houden, omkijken en veel schoonmaken. De vraag is of het nieuwe normaal ook een leukere wereld is ?  Voor Joleijt is “Een leukere wereld:  een wereld waar men open is, gelijkwaardig bent, met zorg voor elkaar, creativiteit, passie voor de goede zaak staat én met het gevoel dat je alleen gemotiveerd leert.  Nu we bijvoorbeeld zo’n fundamentele nieuwe houding kunnen aannemen in de wereld van het nieuwe normaal, kunnen we tegelijkertijd ook andere keuzes maken. De keuze om je eigen wereld te verduurzamen met minder haast en winst bejag. Iedereen kan zijn eigen wereld leuker maken met zijn eigen moraal want de meeste mensen deugen. 

Het prentenboek Meisje Bloem is onderdeel van een serie ‘Een leukere wereld” uitgegeven door Joleijt educatieve producten. Wat mij nu opvalt is dat dat alle hoofdpersonen van de drie bestaande prentenboeken tot nu toe: Madame Poubelle, Meneer Boek en Meisje Bloem allemaal zich presenteren met één passie. Ze ontplooien hun eigen mogelijkheden in hun eigen wereld volgens Joleijt’s leukere wereld ideaal.

Door de schrijvers en tekenaar zijn de personages zo gegroeid en passen zo goed in een nieuwe normaal. Madame Poubelle kijkt bijna dagelijks in de vuilnisbakken op zoek naar spulletjes die ze op een ludieke manier hergebruikt. Het is haar passie om te kijken waarvoor afval duurzaam hergebruikt kan worden. Dat maakt haar leven leuker. Meneer Boek verdiept zich in boeken in de achtergronden van feesten. Hij gaat het daarna de feesten nog leuker vinden en gemotiveerder vieren met de tradities die hij gevonden heeft. Meisje Bloem geniet ervan te spelen op de zolder van haar huis met de dozen en de bewaarde spullen daarin. De spullen leiden voor haar vanzelf tot een verhaaltje dat ze speelt. Die verhaaltjes leiden vervolgens tot een (filosofische) vraag die ze zelf probeert te beantwoorden en waar ze van leert.

Zo vindt Meisje Bloem korreltjes in een doosje die zaadjes blijken te zijn. Ze gaat deze planten. “Meisje Bloem denkt aan de bloemen die nu ontstaan. ‘Kom maar bloemen’, zegt ze, ‘kom maar naar de wereld.’ Meisje Bloem slaat lief haar arm om de pop. Ze zegt: ‘Bloemen houden van mensen. (27. De zaadjes ) Haar gedachten maken de wereld leuker en mooier. Het ontstaan van de bloemen leidde voor haar tot de vraag “…wat is dat dan, ontstaan? Meisje Bloem denkt na over ontstaan. Meisje Bloem zegt: ‘Ontstaan is dat iets begint. Iets, dat er nog niet is geweest.’ Meisje Bloem zegt: ‘Een mens kan beginnen, en een dier, en een plant. Maar ook een plannetje. En ook vriend worden met iemand.’(27. De Zaadjes) Meisje Bloem kan haar eigen ideeën zaaien, ontplooien en gebruiken in de samenleving. Het groeit in haar en laat haar bloeien.

Als Meisje Bloem in deze bijzondere periode had bestaan had ze zich opnieuw vermaakt met alle dozen en de spulletjes op de zolder en ze had nieuwe vragen gesteld en antwoorden verzonnen bijvoorbeeld over ziektes, leven alleen maar in huis , het schoollessen volgen op afstand en het nieuwe normaal.

 Veel mensen zijn in deze periode creatief geworden en hebben de “opgesloten” tijd in een studeerkamer of huiskamer zich verder ontwikkeld in puzzelen, naaien, breien, tekenen, lezen etc. Iedereen moet improviseren om tot een nieuw normaal te komen. Men houdt rekening met elkaar en laat elkaar uitgroeien tot mooie “Bloempjes”. Dat hadden we een half jaar geleden niet kunnen bevroeden. Iedereen kan meer doen om met nog meer passie, creativiteit en motivatie de wereld blijvend nog leuker te maken en te houden volgens een nieuwe normaal.   Er zal een Nieuw Normaal ontstaan dat mogelijk leidt tot een leukere wereld.